Bermmonumenten vooral opgericht voor jonge mensen
Bloemen, kaarsjes, knuffelbeertjes en soms zelfs een heuse gedenkplaat. Je ziet ze bijna elke dag wel een keer staan langs de kant van de weg. Kleine monumentjes die de plek van een ongeluk met dodelijke afloop markeren. Mirjam Klaassens deed onderzoek naar plaatsen waar de doden worden herdacht. Waaronder deze bermmonumenten. ‘Door de plek te markeren kunnen nabestaanden het onacceptabele karakter van een jonge verkeersdode zichtbaar maken. Daarmee wordt het wellicht makkelijker aanvaardbaar.’ Klaassens promoveert op 17 november aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Bermmonumenten zijn geen nieuw verschijnsel. Klaassens: ‘Voor zover ik kon nagaan zijn ze ongeveer vijftien jaar geleden ontstaan, maar dat is niet met zekerheid te zeggen. Zeker de spontane bermmonumenten zijn heel vergankelijk. Dat maakt het moeilijk om ze tot zo ver terug in kaart te brengen. Wat je wel ziet is dat het vaker gebeurt na een verkeersongeluk waarbij jonge mensen betrokken zijn.’
Ritueel
Bijna driekwart van de bermmonumenten is opgericht voor verkeersslachtoffers van 25 jaar of jonger. Opvallend, omdat het aantal personen in deze leeftijdsgroep ongeveer een derde is van het totale aantal verkeersslachtoffers. Klaassens: ‘De dood van deze jongeren wordt als onacceptabel gezien, omdat het de “verkeerde” generatie betreft.’ Dit maakt de behoefte van de nabestaanden om het verlies en de woede te delen met andere weggebruikers nog groter. Zo wordt het bermmonument onderdeel van een nieuw rouwritueel.
Twee typen
Klaassens onderscheidt twee typen bermmonumenten. Spontane en permanente monumenten. ‘Deze zien er niet alleen verschillend uit, ze hebben ook verschillende oprichters en vervullen een andere rol.’ Spontane bermmonumenten worden doorgaans kort na een ongeluk opgericht door vrienden en klasgenootjes. ‘Nog geen uur later zie je al briefjes, kaarsjes en bloemen liggen. Dit type monument is heel vergankelijk. Blijkbaar heeft de jeugd een plek nodig om samen te komen en beter te begrijpen dat en hoe zoiets heeft kunnen gebeuren.’ De ouders volgen doorgaans later. ‘Zij gaan meestal pas na een paar dagen kijken op de plek waar het ongeluk is gebeurd. Na deze eerste periode met bloemen, knuffels en kaarsjes staan de ouders voor de keus om iets permanents neer te zetten. ‘Meestal met de gedachte: ik wil niet dat mijn kind vergeten wordt. Dit zie je ook heel duidelijk aan de monumenten zelf. Veel meer dan bij spontane bermmonumenten zie je bij dit type ook informatie over de overleden persoon. Een naam en de geboorte- en sterfdatum, bijvoorbeeld. Voor ouders is het vooral belangrijk dat die plek aangeeft dat hun kind is omgekomen.’
Herdenkplek of waarschuwing?
De belangrijkste reden om een bermmonument op te richten is de slachtoffers te herdenken en niet te vergeten. Klaassens: ‘Nabestaanden merken dat een monument vaak ook een waarschuwing blijkt te zijn voor andere weggebruikers. Daarvan zijn ze zich wel bewust, maar dat is niet de reden om een bermmonument op te richten. Het is meer een mooie bijkomstigheid.’ Daarbij is het voor de nabestaanden ook prettig om te merken dat anderen mee rouwen. ‘Een moeder die ik sprak vertelde dat iemand verse bloemen had neergelegd bij het monument. Zo wist ze dat haar kind niet was vergeten.’
Locatie
Een bermmonument heeft alleen waarde als het zich werkelijk bevindt op de plaats waar iemand is overleden, ontdekte Klaassens. ‘Nabestaanden zien de plek veelal niet als een locatie waar iemand is doodgegaan, maar vooral als de plek waar iemand voor het laatst in leven is geweest. Voor sommige mensen heeft zo’n locatie zelfs iets spiritueels.’ Het is dan ook belangrijk dat het monument zich precies bevindt op de plek waar het slachtoffer is overleden. ‘Ook als iemand pas in het ziekenhuis is overleden. Dan was het die plek waar de overleden persoon voor het laatst echt zichzelf was.’
Gedogen of weghalen
Dit betekent ook dat de plek waarop bermmonumenten worden opgericht zich niet laat voorschrijven. Voor veel bermmonumenten wordt geen vergunning aangevraagd. Ze zijn daarom illegaal. Klaassens: ‘Meestal wordt het gedoogd. Soms staat zo’n bermmonument er al drie jaar, zonder dat daar een vergunning voor is. Daarbij: wie moet het dan weghalen? Ik kan me voorstellen dat je een ambtenaar daarmee niet emotioneel wilt belasten. Zeker omdat veel jongeren relatief dicht bij huis sterven. Het zou zomaar kunnen dat de ambtenaar in kwestie zo’n familie ook kent.’
Weghalen als ritueel
In 2004 zijn richtlijnen opgesteld door het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Toch is niet altijd duidelijk wat wel en niet mag. Daarnaast verschilt de regelgeving van plaats tot plaats. Klaassens: ‘Het is voor de nabestaanden moeilijk het bermmonument weg te halen dat ze voor een geliefde hebben opgericht, ook al bezoeken ze het stukken minder. Vaak krijgen mensen een vergunning van drie of vijf jaar. Maar wat gebeurt er daarna? Het lijkt me goed dit na het aflopen van de periode met de nabestaanden te bespreken. Mocht het bermmonument aan zijn functie hebben voldaan, dan kan samen met de wegbeheerder vorm worden gegeven aan een nieuw ritueel: het weghalen van het bermmonument. Hierdoor kan voor de familie een periode worden afgesloten.’
Curriculum vitae
Mirjam Klaassens (Drachten, 1980) studeerde demografie aan de Rijksuniversiteit Groningen en deed haar promotieonderzoek bij Culturele geografie aan de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen. Ze promoveert in de Ruimtelijke wetenschappen bij prof.dr. P.P.P. Huigen en dr. P.D. Groots. De titel van het proefschrift luidt: ‘Final Places: Geographies of death and remembrance in the Netherlands.’ Klaassens werkt momenteel als postdoc bij de afdeling Demografie van de RUG.
Contact
Mirjam Klaassens, tel. (050) 363 5956, e-mail: m.klaassens rug.nl
Laatst gewijzigd: | 13 maart 2020 01:55 |
Meer nieuws
-
22 oktober 2024
De dreigende kloof op het platteland
Het valt wel mee met de veronderstelde kloof tussen stad en platteland, vindt Felix Pot. ‘Er dreigt eerder een kloof óp het platteland: tussen autobezitters en mensen die niet over eigen vervoer beschikken.'
-
25 september 2024
Slimme energietransitie vraagt om inclusieve aanpak
RUG-wetenschapper Christian Zuidema vertelt over hoe we samen kunnen overstappen naar een duurzame samenleving. Een slimme transitie vraagt om een betere verdeling van de voor- en nadelen, betoogt hij.
-
22 augustus 2024
NWO kent subsidie toe aan groot onderzoek naar relatie tussen platteland en stad
De relaties tussen platteland en stad zijn afgelopen jaren onder druk komen te staan en vragen om toekomstbestendige ruimtelijke oplossingen. Daarom onderzoekt het Fertile Soils project, waarin 10 kennisinstituten en 30 praktijkpartners...