Computermuisgedrag mogelijk voorspeller van leergedrag
Kinderen die ineffectief leren, weinig initiatief tonen of impulsief reageren, hebben een grote kans om een leerachterstand te ontwikkelen. Educatieve computerspellen zouden op termijn ingezet kunnen worden om leergedrag van kinderen te voorspellen en in sommige gevallen te verbeteren. De manier waarop peuters gebruik maken van de muis bij speciaal ontwikkelde educatieve computerspellen laat namelijk verschillen in leergedrag zien. Dit concludeert Baukje Veenstra in haar proefschrift waarop zij 26 mei 2011 promoveert aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Veenstra onderzocht het leergedrag van 184 peuters van 3 tot 5 jaar aan de hand van de samenslim-spellen (www.samenslim.nl), educatieve computerspellen die kinderen vaardigheden bieden om effectief te kunnen leren. Tijdens het onderzoek richtte Veenstra zich op het muisgedrag van de kinderen tijdens het spelen. Impulsieve kinderen klikten vaker met de muis en maakten meer fouten. Afwachtende kinderen klikten juist weinig met de muis.
Sneller en actiever
Met name het ineffectieve leergedrag van de afwachtende kinderen werd door de computerspellen verbeterd. Zij leerden sneller en actiever te spelen en klikten tijdens het spelen vaker met de muis. De kinderen met effectief leergedrag lieten een relatief klein leereffect zien. De impulsieve kinderen daarentegen lieten een verslechtering zien. Zij gingen tijdens het spelen steeds ongeremder met de muis klikken. Vermoedelijk werden zij door de spellen niet genoeg gestimuleerd.
Kenmerken van goede leeromgeving
Veenstra stelde voor haar onderzoek ook een checklist samen met zeven kenmerken waaraan educatieve computerspellen zouden moeten voldoen om een krachtige leeromgeving te kunnen zijn. Spellen moeten bijvoorbeeld adequate instructies geven, aansluiten bij het leerniveau van kinderen en een specifieke inhoud en leerdoelen geven. Aan de hand van de zeven kenmerken onderzocht Veenstra acht Nederlandse edutainment softwareprogramma’s. De meeste spellen voldeden onvoldoende aan de gestelde eisen en zijn daarom niet geschikt als krachtige leeromgeving.
Minder impulsief
In een oriënterende pilotstudy onderzocht Veenstra of de samenslim-spellen als een actief leermiddel zouden kunnen dienen voor kinderen met leerstoornissen zoals ADHD en autisme. Kinderen met ADHD maakten in eerste instantie impulsief gebruik van de muis, maar lieten door het spelen van de samenslim-spellen een verbetering zien in hun leergedrag. Deze resultaten zouden aanleiding kunnen zijn voor verder onderzoek.
Curriculum Vitae
Baukje Veenstra (Meppel, 1983) studeerde klinische en ontwikkelingspsychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen en deed haar promotieonderzoek bij de afdeling ontwikkelingspsychologie van de faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen. Ze promoveert bij prof.dr. P. van Geert en prof.dr. B. van der Meulen. De titel van haar proefschrift is: 'The utility and effectiveness of an educational computergame aimed at improving ineffective learning behavior in preschool children'. Z e is nu postdoc-onderzoeker bij de afdeling ontwikkelingspsychologie.
Noot voor de pers
Contact: Baukje Veenstra, tel. 050-363 7116, e-mail: b.veenstra rug.nl
Laatst gewijzigd: | 19 februari 2021 14:28 |
Meer nieuws
-
05 november 2024
Hebben ouders invloed op de roze of grijze bril van hun kinderen?
Hoe ontstaat een positieve blik eigenlijk? In hoeverre is opvoeding hierbij van belang? En welke rol speelt optimisme eigenlijk in het dagelijks leven van ouders en kinderen? Charlotte Vrijen probeert een antwoord te vinden op deze vragen. Ze doet...
-
10 september 2024
Steeds weer de verkeerde
Julie Karsten onderzoekt hoe ervaringen met seksueel grensoverschrijdend gedrag de online partnerkeuze van jongeren beïnvloeden. Ze richt zich vooral op de vraag of mensen die eerder ‘dader’ of ‘slachtoffer’ zijn geweest elkaar opzoeken. Door deze...
-
09 september 2024
Mensen met psychose vaak slachtoffer van geweld
Mensen met een psychose worden veel vaker slachtoffer van geweld en criminaliteit dan de algemene bevolking. Dit blijkt uit het promotieonderzoek van Bertine de Vries, dat zij op 19 september verdedigt aan de Rijksuniversiteit Groningen.