Onderzoek naar grensoverschrijdend gedrag studenten: Losbandig imago onterecht voor doorsnee student
Lang leve de lol! Feestvieren en bier drinken. Als scholieren of studenten gevraagd wordt naar hun beeld van de Groningse student, reageren ze vrijwel altijd met deze woorden. Toch komt dit beeld niet overeen met de werkelijkheid.
Politie Groningen en Rijksuniversiteit Groningen hebben een onderzoek laten uitvoeren naar grensoverschrijdend gedrag onder Groningse studenten. Daaruit blijkt dat de gemiddelde student in deze stad zich vrij gematigd en zelfs keurig gedraagt. Niveaus van agressie, criminaliteit en harddrugsgebruik zijn geruststellend laag. En ook al drinken studenten meer dan leeftijdsgenoten, toch blijft ook het drankgebruik van de overgrote meerderheid binnen de perken.
Onderzoek
In het onderzoek, dat is uitgevoerd door prof.dr. Tom Postmes en Marlon Nieuwenhuis MSc. vanuit het Instituut voor Integratie en Sociale Weerbaarheid, zijn in het studiejaar 2009/2010 ongeveer duizend eerstejaars studenten ondervraagd over alcoholgebruik, drugsgebruik, onveilig seksueel contact en agressie/criminaliteit. De helft van deze studenten deed mee aan vervolgonderzoek waarin ze voor aanvang van het studiejaar (juli) en op twee momenten gedurende het eerste jaar (december en maart) vragen beantwoordden.
De respondenten waren gemiddeld 19 jaar oud; 66 procent van hen was vrouw; 22 procent was lid van een studentenvereniging (waarvan ongeveer de helft van een grote vereniging).
Uit het onderzoek blijkt dat eerstejaarsstudenten in een gewone collegeweek gemiddeld tien glazen alcohol drinken. Het verschil tussen mannen (16 glazen) en vrouwen (6 glazen) is groot.
De grens tussen normaal en overmatig alcoholgebruik wordt over het algemeen voor mannen op 21 glazen per week gelegd en voor vrouwen op 14 glazen. Van excessief gebruik is sprake bij meer dan 50 glazen per week voor mannen en 35 voor vrouwen.
Imago klopt niet
Het onderzoek laat zien dat het imago van de veelvuldig dronken en feestvierende student niet klopt. Dit imago vertoont nog de meeste overeenkomsten met het gedrag van studenten die lid zijn van een studentenvereniging. Leden van studentenverenigingen steken met een gemiddelde van 21 glazen boven het gemiddelde uit. Deze studenten drinken overigens al voor de studie meer dan gemiddeld.
Dit imago beïnvloedt het beeld dat studenten hebben van drankgebruik binnen hun groep: ze denken dat de gemiddelde student een zware drinker is. In werkelijkheid drinkt de gemiddelde student veel minder. Dat is een bekend verschijnsel in de sociale psychologie, zeggen de onderzoekers: mensen denken vaak dat anderen zich extremer gedragen dan zijzelf.
Identificatie
Hoewel studenten in werkelijkheid veel minder drinken dan wordt gedacht, is er desalniettemin een stijging in drankgebruik na aanvang van de studie. De oorzaak van de stijging in het alcoholgebruik moet volgens de onderzoekers gezocht worden in de mate waarin de eerstejaars zich identificeren met, en aanpassen aan, het heersende beeld van 'de Groningse student'. Identificatie met dit beeld blijkt de toename van alcoholgebruik tijdens de eerste maanden van de studie goed te voorspellen.
Alcoholgebruik
Het onderzoek laat ook zien dat alcoholgebruik gerelateerd is aan negatieve uitkomsten, zoals slechtere studieprestaties, een grotere kans om met agressie in aanraking te komen (voor mannen) en een grotere kans op onveilige seks (voor vrouwen). Maar alcoholgebruik is ook gerelateerd aan positieve uitkomsten. Studenten die meer drinken zijn minder eenzaam, hebben meer zelfvertrouwen en zijn meer tevreden over het leven.
Sociale normen
Volgens de onderzoekers is de oorsprong van verhoogd alcoholgebruik onder studenten voor een belangrijk deel terug te voeren op sociale normen en op identificatie met de groep. Andere vormen van probleemgedrag, zoals onveilige seks en drugsgebruik, vallen buiten deze sociale norm en worden daardoor niet (of in ieder geval niet meetbaar) bepaald door groepsprocessen gerelateerd aan het studentenleven.
Noot voor de pers
Meer informatie: prof.dr. T.T. Postmes, bereikbaar via het secretariaat ISW, tel. 050-363 7122, e-mail: a.dotinga@rug.nl
Lees het volledige rapport en de literatuurstudie
Zie ook: video prof.dr. Tom Postmes over emoties en gedrag
Laatst gewijzigd: | 19 februari 2021 14:28 |
Meer nieuws
-
26 november 2024
De angst om te eten
Renate Neimeijer doet onderzoek naar eetstoornissen bij kinderen en jongeren. Haar lopende onderzoek richt zich op de vermijdende en restrictieve voedselinname stoornis ARFID.
-
05 november 2024
Hebben ouders invloed op de roze of grijze bril van hun kinderen?
Hoe ontstaat een positieve blik eigenlijk? In hoeverre is opvoeding hierbij van belang? En welke rol speelt optimisme eigenlijk in het dagelijks leven van ouders en kinderen? Charlotte Vrijen probeert een antwoord te vinden op deze vragen. Ze doet...
-
10 september 2024
Steeds weer de verkeerde
Julie Karsten onderzoekt hoe ervaringen met seksueel grensoverschrijdend gedrag de online partnerkeuze van jongeren beïnvloeden. Ze richt zich vooral op de vraag of mensen die eerder ‘dader’ of ‘slachtoffer’ zijn geweest elkaar opzoeken. Door deze...