Nieuwe operatietechniek bij kankeroperaties veilig toepasbaar
Fluorescentiebeeldvorming, waarbij fluorescerende kleurstoffen tijdens kankeroperaties worden gebruikt, kan als nieuwe techniek toegepast worden in de chirurgische behandeling van diverse soorten kanker. Doordat hierbij het tumorweefsel oplicht, kan een chirug beter zien welk weefsel nog kankercellen bevat. Dit blijkt uit onderzoek van arts-onderzoeker Lucy Crane van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Zij promoveert op 26 januari 2011 op haar onderzoek aan de Rijksuniversiteit Groningen.
In februari 2009 is deze techniek voor het eerst in Nederland toegepast door chirurgen van het UMCG bij patiënten met borstkanker. Crane heeft in haar onderzoek enkele vroegklinische studies uitgevoerd bij patiënten met baarmoederhalskanker, vulvakanker en eierstokkanker. De fluorescentiebeeldvorming maakt de lymfeklier of de tumor lichtgevend, zodat de chirurg precies kan zien welk weefsel hij moet wegnemen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een fluorescente stof, die lokaal of via het infuus wordt toegediend. Een dergelijk contrastmiddel kan specifiek of niet-specifiek zijn. Niet-specifieke fluorescente stoffen binden niet gericht aan bepaalde cellen of organen en worden vooral gebruikt voor het afbeelden van anatomische structuren zoals lymfebanen en lymfeklieren. Tumorspecifieke stoffen binden wel gericht aan tumorcellen, en kunnen worden gebruikt om bijvoorbeeld uitzaaiingen op te sporen, of snijvlakranden die nog tumor bevatten.
Uit het onderzoek van Crane blijkt dat deze techniek veilig kan worden toegepast bij vulvakanker, baarmoederhalskanker en eierstokkanker. Deze eerste resultaten laten zien dat de techniek veilig en veelzijdig is, maar ook dat er nog ruimte voor verbetering is op het gebied van gebruikersvriendelijkheid en flexibiliteit. Hierbij is te denken aan meer flexibele camerasystemen of aan fluorescente stoffen die nog iets meer oplichten tijdens de operatie.
Verder blijkt uit haar onderzoek dat er niet een algemeen bruikbare kankergerichte stof op dit moment beschikbaar is. Dit komt doordat verschillende types kanker vaak verschillende tumorspecifieke eigenschappen hebben. Voor elk type kanker moet nader onderzocht worden welke stof het beste werkt en op welke tumor eigenschap deze gericht is. In haar onderzoek beschrijft Crane hiervoor een nieuw scoresysteem voor het vaststellen van de optimale tumor-specifieke stof om tot een optimale keuze te komen.
Over de eerste operatie die met deze techniek is uitgevoerd verscheen eerder een persbericht, zie:
http://www.umcg.nl/NL/UMCG/Nieuws/Persberichten/Pages/UMCGstartmetveelbelovendenieuwetechniekbijkankeroperaties.aspx
Drs. L.M.A. (Lucy) Crane (Groningen, 1983) studeerde geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij verrichtte haar onderzoek bij de afdeling Chirurgie van het UMCG, in nauwe samenwerking met de afdeling Gynaecologie en de Technische Universiteit München. De titel van haar proefschrift is: ‘Intraoperative fluorescence imaging in cancer’. Crane promoveert in de Medische Wetenschappen bij prof.dr. T. Wiggers, prof.dr. A.G.J. van der Zee.
Noot voor de pers
Contact: via de persvoorlichters van het UMCG, tel. 050-361 2200, e-mail: voorlichting bvl.umcg.nl
Laatst gewijzigd: | 09 juli 2020 14:05 |
Meer nieuws
-
27 augustus 2024
UMCG gaat onderzoeksfaciliteiten beschikbaar stellen voor geneesmiddelenontwikkeling
Om de beschikbaarheid en effectiviteit van geneesmiddelen in Nederland te verbeteren gaat het UMCG het bedrijf G² Solutions opzetten. Dit bedrijf moet ervoor gaan zorgen dat belangrijke technologische ontwikkelingen op het gebied van DNA sequencing...
-
17 juli 2024
Veni-beurzen voor tien onderzoekers
Aan tien onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen en het UMCG is een Veni-beurs van maximaal 320.000 euro toegekend. De Veni-beurzen worden jaarlijks toegekend door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk onderzoek (NWO) en zijn...
-
16 juli 2024
Geneeskunde nog altijd gestoeld op de man
Aranka Ballering onderzocht het ziektetraject dat mensen met veelvoorkomende klachten afleggen. Een van de opvallendste uitkomsten: vrouwen doorlopen gemiddeld een ander en minder uitgebreid traject dan mannen.