Milky Way archaeology and the dynamical signatures of merges

Promotie: dhr. F.A. Gomez, 13.15 uur, Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen

Proefschrift: Milky Way archaeology and the dynamical signatures of merges

Promotor(s): prof.dr. A. Helmi

Faculteit: Wiskunde en Natuurwetenschappen

Methodeontwikkeling voor informatie over het ontstaan van sterrerenstelsels

In het huidige kosmologische paradigma zijn sterrenstelsels, zoals onze Melkweg, bottom-up gevormd door mergers en samensmelting van kleinere objecten, die samen komen door hun gravitationele aantrekkingskracht. Als dit paradigma juist is, zullen een aanzienlijk aantal fossiele overblijfselen van de disruptie van de samengesmolten sterrenstelsels aanwezig zijn in de verschillende componenten van de Melkweg, zoals in de halo en de dikke schijf. De kwantificatie en karakterisatie van deze overblijfselen zullen zodoende cruciale tests leveren voor dit paradigma, welke bovendien de opbouwgeschiedenis van onze Melkweg zullen vaststellen.

In dit proefschrift zijn numerieke en analytische methodes gebruikt om de dynamische signaturen, alsmede de tijdsevolutie van overblijfselen geassocieerd met de samensmelting van sterrenstelsels te karakteriseren. Simulaties op verschillende niveaus van complexiteit zijn uitgevoerd om de invloed te bestuderen van verschillende fysische mechanismes op de uiteindelijke verdeling van overblijfselen in de galactische faseruimte (Hoofdstuk 4 & 5). Nieuwe methoden en technieken zijn ontwikkeld om fossiele signaturen te identificeren van samengesmolten sterrenstelsels (Hoofdstuk 3), alsmede te karakteriseren hoeveel van deze geschiedenis terug te vinden is met de komst van de astrometrische satelliet Gaia van de Europese Ruimtevaartorganisatie (Hoofdstuk 4). Het probleem van de snelle initiële divergentie, van nabijgelegen banen, geobserveerd in N-body simulaties van volledige integreerbare potentialen is ook herzien in dit werk (Hoofdstuk 2).

Facundo Ariël Gómez (Argentinië, 1979) studeerde sterrenkunde in Buenos Aires en deed zijn promotieonderzoek bij het Kapteyn Astronomical Institute in Groningen. Hij gaat door als postdoc bij Michigan State University, VS.