Dikke moeders krijgen zware baby’s

Moeders die meer dan 14 kilo aankomen tijdens de zwangerschap, krijgen vaker baby’s met een hoog geboortegewicht. Dit betekent dat de baby’s meer risico hebben op overgewicht later. UMCG-promovendus Carianne L’Abée stelt dit vast in haar promotieonderzoek en bepleit goede voorlichting aan zwangere vrouwen hierover. L’Abée promoveert op 10 maart 2010 aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Uit eerder onderzoek was al bekend dat een hoog geboortegewicht de kans verhoogt op overgewicht op latere leeftijd. Promovendus Carianne L’Abée onderzocht daarom de oorzaken van dit hoge geboortegewicht. Zij analyseerde de gegevens van 3.000 Drentse baby’s die tussen april 2006 en april 2007 zijn geboren. Ook zijn de gegevens van de ouders verzameld.
Deze gegevens werden verzameld binnen het Groningen Expertise Centrum voor Kinderen met Overgewicht (GECKO) van het UMCG. Binnen GECKO worden de kinderen worden tot volwassen leeftijd gevolgd om te zien wie van hen overgewicht krijgt en wie niet.

Betere voorlichting tijdens zwangerschap

Uit het onderzoek van L’Abée blijkt nu dat de conditie en gedrag van de moeder tijdens de zwangerschap duidelijk van invloed is op het geboortegewicht. Vrouwen met diabetes en vrouwen die meer dan 14 kilo aankomen tijdens de zwangerschap krijgen gemiddeld zwaardere baby’s.
Het is daarom belangrijk dat verloskundigen, huisartsen en gynaecologen de factoren die een hoger geboortegewicht mede bepalen, expliciet met zwangeren bespreken. Zo is het zinvol dat een aanstaande moeder weet dat veel aankomen tijdens de zwangerschap niet alleen voor haarzelf, maar ook voor haar kind gevolgen kan hebben.
Daarnaast wijst L’Abée erop dat ouders van pasgeborenen moeten weten dat voldoende beweging en voldoende slaap in het eerste levensjaar een gezonde ontwikkeling van het gewicht van hun kind bevorderen. Ook dat verband blijkt uit de GECKO-gegevens.

Groeicurves

Verder toonde L’Abée aan dat de Drentse baby’s in hun eerste levensjaar iets minder in gewicht toenamen dan kinderen tien jaar geleden deden. Toch waren ze op hun eerste verjaardag zwaarder. Dat is toe te schrijven aan hun lengte, maar vooral aan hun hogere geboortegewicht. Het risico op overgewicht is, ondanks de geringere gewichtstoename in het eerste jaar, niet minder, aldus de promovenda.
De promovenda hoopt dat de bevindingen van haar promotieonderzoek worden meegenomen bij plannen voor invoering van nieuwe groeicurves die consultatiebureaus hanteren. In het GECKO- Cohort wogen de pasgeboren baby’s gemiddeld 3564 gram, dat is al zo’n 100 gram meer dan het Nederlands gemiddelde van tien jaar geleden. Doordat de groeicurves steeds op die toename worden aangepast, wordt een hoger gewicht de norm. Kinderen met overgewicht zijn volgens L’Abée daardoor minder snel te herkennen.

Curriculum Vitae

Carianne L’Abée (Utrecht, 1979) studeerde Geneeskunde in Utrecht en Orthopedagogiek in Groningen. Ze deed haar promotieonderzoek bij de afdeling Kindergeneeskunde en Epidemiologie van het UMCG, binnen onderzoeksschool GUIDE. Het onderzoek werd medegefinancierd door Hutchison Whampoa Ltd en Stichting Icare (Consultatiebureau). Icare Jeugdgezondheidszorg zet zich in om de eerste vier jaar van kinderen zo goed mogelijk te laten verlopen. Door gezondheidsproblemen te voorkomen, eventuele (aangeboren) afwijkingen tijdig op te sporen, informatie te geven, vragen te beantwoorden en ouders zo goed mogelijk te begeleiden. Het werkgebied van Icare Jeugdgezondheidszorg bestrijkt Drenthe, delen van Overijssel, Flevoland en Noord-Veluwe.

Meer informatie: persvoorlichting UMCG, tel. (050) 361 22 00.