Sociale intelligentie apen wordt overschat
De verklaring voor vlooigedrag bij apen is veel eenvoudiger dan veelal wordt aangenomen. Volgens een computermodel dat is ontwikkeld door wetenschappers van de Rijksuniversiteit Groningen kan één enkele basisregel alle patronen voor vlooigedrag verklaren: individuen vlooien anderen als ze bang zijn te verliezen van de ander in een gevecht.
Apen worden verondersteld conflicten te verzoenen middels vlooien. Tevens zouden ze er een ingewikkelde vlooi-ruilhandel op na houden voor hulp aan elkaar in gevechten. In een computersimulatie van gedrag van apen laat hoogleraar en theoretisch biologe Charlotte Hemelrijk zien dat alle patronen van verzoening en van ruilhandel verrassend genoeg slechts voortkomen uit de angst voor verlies van een gevecht met een ander individu. "Daarmee is aangetoond dat verzoening en ruilgedrag helemaal geen bewust gedrag hoeft te zijn", stelt Hemelrijk, die specialist is op het terrein van zelf-organisatie van sociale systemen. "Het is slechts een gevolg van de pikorde en van de vraag welke apen zich in de omgeving bevinden van de aap die wil vlooien." De resultaten van de groep onderzoekers die samen met Hemelrijk aan het computermodel hebben gewerkt, verschijnen eind december in het wetenschappelijk tijdschrift PloS Computational Biology.
Intelligentie
"Apen zijn intelligent, maar dat wordt overschat. Mensen geven veel te hoge cognitieve verklaringen voor sociaal gedrag van apen", vervolgt Hemelrijk. "Apen worden geacht hun intelligentie voortdurend te gebruiken en heel berekenend te zijn. Ze zouden gevechten verzoenen en dit bij voorkeur doen met partners waar ze veel aan hebben." Daarom zouden apen vooral partners van hogere rang vlooien om daarmee effectievere steun in gevechten te verwerven. Uit morele overwegingen zouden ze de kosten van het vlooigedrag terugbetalen door anderen te vlooien.
Al deze gedragspatronen veronderstellen een rationele gedachtegang, aldus Hemelrijk: "Om te verzoenen moeten de apen er precies van op de hoogte zijn welk gevecht ze het laatst hadden en met wie. Daarnaast moeten ze het belang van elke relatie goed kunnen inschatten. En in verband met de uitwisseling en terugbetaling moeten ze nauwgezet bijhouden hoe vaak en van wie ze welke 'service' hebben ontvangen in de vorm van vlooien of steun om dat voldoende terug te betalen."
GrooFiWorld
Al deze aannames zijn volgens Hemelrijk echter overbodig: "Ons computermodel GrooFiWorld laat zien dat al het complex berekenend gedrag helemaal niet nodig is. We kunnen de simpele regel dat een individu zal gaan vlooien als het verwacht een aanval op de ander te verliezen, toevoegen aan het bestaande model DomWorld. Dat alleen leidt tot alle complexe patronen van vriendschappelijk gedrag." In het model DomWorld groeperen individuen en hebben ze concurrentie met hun naaste buren.
Met het computermodel toont Hemelrijk tevens aan dat de meeste vriendschapspatronen worden veroorzaakt door de nabijheid van andere dieren. Die nabijheid is weer het gevolg van de pikorde. Daarnaast speelt de angst om verslagen te worden een belangrijke rol. "Schijnbaar verzoeningsgedrag bijvoorbeeld ontstaat doordat individuen na een gevecht meer in de buurt zijn van hun tegenstander dan anders", legt de hoogleraar uit. "Terugbetaling van ontvangen vlooigedrag ontstaat doordat individuen vaker in de buurt zijn van bepaalde anderen. Omdat ze vooral nabije apen vlooien, zal ontvangen vlooigedrag automatisch worden terugbetaald."
Model en werkelijkheid
Dat het computermodel dit aantoont bewijst nog niet dat apen daadwerkelijk geen intelligent sociaal gedrag vertonen, aldus Hemelrijk: "De overeenkomst van patronen van vriendschappelijk gedrag in ons model met die in de werkelijkheid, betekent dat meer bewijs nodig is voor de conclusie dat de vriendschappelijke relaties gebaseerd zijn op menselijke, berekenende overwegingen. Ons model is een ‘nul-model’ dat simpele verklaringen levert die speciaal nuttig zijn om te gebruiken in verder onderzoek naar vriendschappelijk gedrag van apen, speciaal dat van de makaken."
Dergelijke computermodellen zijn overigens niet alleen geschikt voor het analyseren van gedrag van apen, maar kunnen worden gebruikt om inzicht te krijgen in sociaal gedrag van allerlei soorten die in groepen leven. Zo kan het bijvoorbeeld ideeën leveren om het zwermgedrag van spreeuwen verder te onderzoeken. Hemelrijk: "De simulaties zijn daarmee ook voor de onderzoekers in het veld van groot belang. Zij kunnen de samenhang onderzoeken tussen de modellen en de werkelijkheid."
Curriculum Vitae
Charlotte Hemelrijk (1955) studeerde biologie aan de Universiteit Utrecht. Na haar studie promoveerde zij daar op sociaal gedrag bij chimpansees. Vervolgens was ze van 1991 tot 2003 verbonden aan de Universiteit van Zürich. Daar deed zij als onderdeel van haar habilitatie onderzoek naar kunstmatige sociale systemen. In 2003 werd ze aangesteld als Rosalind Franklin Fellow aan de Rijksuniversiteit Groningen, waarna ze in 2006 is aangesteld als hoogleraar Zelforganisatie van sociale systemen. Hemelrijk werkt op de afdeling Theoretische Biologie van het Center for Ecological and Evolutionary Studies.
Noot voor de pers
Meer informatie: prof.dr. C.K. Hemelrijk tel.: 050 3638084 (w), 050-5343671 (th), e-mail: c.k.hemelrijk rug.nl
Laatst gewijzigd: | 13 maart 2020 01:57 |
Meer nieuws
-
18 december 2024
Hoe gebruik je machine learning als er weinig gegevens zijn?
Kerstin Bunte, hoogleraar machine learning, is een specialist in het werken met beperkte gegevens. Ze zwemt tegen de stroom in door niet alleen om meer te vragen.
-
17 december 2024
Een mens zou moeten beslissen als het gaat om zaken van leven of dood
Van medische diagnoses tot autonome wapens in het Midden-Oosten: ArtificiaI Intelligence (AI) neemt steeds meer beslissingen zelf, zonder dat er nog een mens aan te pas komt. Rineke Verbrugge, Hoogleraar Logica en Cognitie aan de Rijksuniversiteit...
-
16 december 2024
Jouke de Vries: ‘De universiteit zal wendbaar moeten zijn’
Aan het einde van 2024 blikt collegevoorzitter Jouke de Vries terug op het afgelopen jaar. Daarbij gaat hij in op zijn persoonlijke hoogte- en dieptepunten en kijkt hij vooruit naar de toekomst van de universiteit in financieel moeilijke tijden.