Conferentie: Is microkrediet hét instrument voor armoedebestrijding?
Wereldwijd is de stemming over microkredieten momenteel bijna euforisch. Maar draagt het wezenlijk bij aan armoedebestrijding en is het efficiënt? Het Centre for International Banking, Insurance and Finance (CIBIF) van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde van de RUG organiseert op 7 en 8 december een conferentie over deze vragen. Naast wetenschappelijke voordrachten is er een publieksdebat over de rol van de private sector: steeds meer westerse banken en pensioenfondsen gaan zich ook toeleggen op het verstrekken van leningen aan armen. "De vraag is of dat een goede zaak is", aldus organisator prof. Robert Lensink.
'Microfinance: What Do We Know?' is het centrale thema van de conferentie. "We kunnen namelijk de vraag of microkrediet programma's financieel houdbaar zijn en ook in de toekomst voor de armen toegankelijk zullen blijven, nog niet met een volmondig 'ja' beantwoorden", zegt hoogleraar Finance Lensink. "Er is behoefte aan meer overtuigend empirisch bewijs." Op de conferentie zijn er bijdragen van internatioanle top-economen op het gebied van microkrediet.
Brug wetenschap en praktijk
De conferentie markeert tevens de oprichting van onderzoekscentrum CIBIF van de faculteit. Lensink: "Met het centrum richten we ons op (contract)onderzoek voor financiële instellingen, zowel commerciële als charitatieve en zowel in westerse- als in ontwikkelingslanden. We vormen daarmee een brug tussen wetenschappelijke kennis en de praktijk." Na de conferentie in december over ontwikkelingslanden, volgt in mei 2008 een conferentie over stabiliteit van financiële instellingen in westerse landen.
Risicospreiding voordelig
Tijdens de conferentie wordt een invloedrijke studie van Walter & Kraus van NYU gepresenteerd en bediscussieerd. Zij concluderen dat beleggen in microkredieten voordelig kan zijn omdat hiermee de beleggingsrisico´s beter gespreid worden. De rendementen van microkredieten vertonen namelijk. weig samenhang met het rendement op aandelen en obligaties. Bovendien zijn microkredieten nauwelijks gevoelig voor conjuncturele ontwikkelingen. Onder andere om deze reden van risicospreiding, zien steeds meer commerciële banken (in Nederland o.a. de ABN/AMRO, ING, Rabobank en SNS) kansen en stappen zij in microfinanciering. "Toch is ook hier de vraag of de allerarmsten er niet de dupe van worden", zegt Lensink,"omdat commerciële instellingen naar verwachting alleen zullen kiezen voor de meest hoopvolle projecten."
Microkrediet in perspectief
De onderzoekers van het CIBIF zijn van mening dat microkrediet zeker een belangrijke rol speelt in de armoedebestrijding, maar ook dat het in perspectief moet worden gezien. Lensink: "Voor dé oplossing van het armoedeprobleem is er meer nodig, zoals toegang tot scholing, en gezondheidszorg, en verbetering van de infrastructuur en de juridisch/institutionele vormgeving van een land. Maar microkredieten leveren zeker een bijdrage en de grote aandacht ervoor is terecht. Meer wetenschappelijke kennis zal helpen bij een steeds beter oordeel."
Meer informatie:
• Kennisdebat, prof. Lensink en prof. Hermes over microkredieten.
Noot voor de pers
Voor meer informatie: Prof.dr. Robert Lensink, b.w.lensink rug.nl, T: +31 50 363 37 12/36 85
Laatst gewijzigd: | 25 oktober 2019 10:32 |
Meer nieuws
-
23 september 2024
Erik Buskens nieuwe wetenschappelijk directeur a.i. Aletta Jacobs School of Public Health
Op voordracht van het College van Bestuur van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) is Erik Buskens per direct de nieuwe wetenschappelijk directeur van de Aletta Jacobs School of Public Health (Aletta).
-
17 juli 2024
Veni-beurzen voor tien onderzoekers
Aan tien onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen en het UMCG is een Veni-beurs van maximaal 320.000 euro toegekend. De Veni-beurzen worden jaarlijks toegekend door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk onderzoek (NWO) en zijn...
-
08 juli 2024
Nieuwe samenwerking UGBS en Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen: opleidingen voor professionals
Het samenbrengen van kennis en ervaring van beide partners levert nieuwe opleidingsmogelijkheden voor werkenden in uiteenlopende organisaties.