Albert van Giffen (1884-1973)
De loopbaan van Van Giffen begon in 1908 tijdens zijn studie zoölogie, toen hij opziener werd bij wierde afgravingen in Dorkwerd.
Acht jaar later bezette hij een strategische positie in het Noorden. Hij was leider van de Vereniging van Terpenonderzoek, inspecteur van de voor- en vroeghistorische afdeling van het Groninger Museum en conservator van het Drents Museum.
Met zijn opgravingen bij Ezinge in de jaren twintig heeft Van Giffen baanbrekend werk verricht. Voor het eerst werd een dorpsstructuur in zijn geheel blootgelegd.
Van Giffen heeft de kwadrantmethode ontwikkeld. Terpen en grafheuvels werden zowel verticaal als horizontaal afgegraven om een maximum aan gegevens te krijgen.
In 1920 richtte Van Giffen het Biologisch-Archeologisch Instituut op. Hij is in Groningen bekend geworden door zijn archeologisch onderzoek aan de zuidzijde van de Grote Markt in 1928 en zijn opgraving van de Walburgkerk op het Martinikerkhof in de jaren vijftig.
Laatst gewijzigd: | 13 augustus 2021 15:19 |