Schedels
In 1806 kreeg anatoom Pieter de Riemer de geradbraakte lichamen van drie criminelen op zijn ontleedtafel. Het waren de leden van de beruchte Bende Zwartjesgoed, die een spoor van overvallen en brute roofmoorden door Nederland hadden getrokken. Uiteindelijk waren ze opgepakt en ter dood veroordeeld.
De Riemer was vooral geïnteresseerd in menselijke schedels vanuit frenologisch oogpunt. Waren misdadige karaktereigenschappen af te lezen uit de vorm van de schedels, zoals de grondlegger van de frenologie Franz Joseph Gall beweerde? Om dat te onderzoeken had hij een uitgebreide collectie aangelegd van mensen van wie hij wist of ze tijdens hun leven intelligent, misdadig of zelfs krankzinnig waren geweest.
Nog in datzelfde jaar kreeg De Riemer bezoek van Gall zelf. Deze wees twee schedels aan als ‘duidelijke’ misdadigers. Helaas voor Gall bleken de twee aan een deugdzame burgers te hebben toebehoord.
Andere schedels uit de collectie van het museum komen uit de verzameling van Petrus Camper. Deze beroemde arts, anatoom, fysioloog en anthropoloog verzamelde schedels vanuit de hele wereld, zoals de de ‘Hottentot’ of ‘inwoner van Madagascar’. Hij mat de exacte ‘linea facialis’ of gelaatshoek, om zo verschillende mensenrassen te classificeren.
Camper velde daarbij geen oordeel. Hij was een verlicht wetenschapper met een open blik, die niets moest hebben van de gedachte dat het ene ras superieur was aan het andere. Ook stelde hij dat het onmogelijk was om te weten of Adam en Eva een zwarte, of witte huid gehad hadden.
Laatst gewijzigd: | 08 oktober 2021 15:09 |