De eieren van Baerends
Deze nep-eieren zijn gemaakt door de bioloog Gerard Pieter Baerends. Hij gebruikte ze om te achterhalen hoe een meeuw zijn eigen ei herkent. Het was een baanbrekend en iconisch onderzoek naar diergedrag in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw.
Baerends, leerling van de Leidse Nobelprijswinnaar Niko Tinbergen, beschilderde in totaal ongeveer tweehonderd eieren met verschillende patronen. Hij maakte glazen eieren, vierkante eieren, reuzeneieren…. Vervolgens trok hij met zijn studenten naar een meeuwenkolonie op West-Terschelling, verwisselde echte eieren voor nep-exemplaren en observeerde wat de vogels deden.
Die aanpak was niet vanzelfsprekend. Gedragsstudies vonden meestal plaats in het laboratorium. Veldonderzoek, waarin dieren in hun natuurlijke omgeving werden bestudeerd en niet gestoord in hun gedragingen, was nieuw. Het feit dat Baerends er mét zijn studenten op uittrok en met hen omeletten maakte van de geraapte eieren, ook.
Wat bleek? Het stippenpatroon kan de beesten niet zoveel schelen. Ook de kleur maakt weinig uit. Wel belangrijk is de vorm. Leg een plat ei langs de rand van het nest en geen enkele vogel duwt hem terug. Ook hoekige exemplaren zijn weinig populair. Maar zodra de hoeken worden afgerond en het – vermeende – ei gróót is, dan doen de meeuwen hun uiterste best.
Laatst gewijzigd: | 08 oktober 2021 15:09 |