Bij veel van de vraagstukken die een rol spelen in maatschappelijke en professionele discussies over onderwijs en opvoeding is een interdisciplinaire blik noodzakelijk. Maar waarom en hoe werkt dat?
Vraagstukken over kansenongelijkheid, religieuze diversiteit, burgerschap, passend onderwijs en zeggenschap (ouders, professionals, kinderen) vragen om historische contextualisering, juridische inkadering, filosofische duiding en ethische doordenking en beslissing.
Deze interdisciplinariteit is verankerd in het curriculum van de mastertrack Ethics of Education. De docenten in deze opleiding hebben expertise op het gebied van onderwijsfilosofie, ethiek, historische pedagogiek, kinderrechten en diversiteitsvraagstukken en gaan met studenten het gesprek aan om met elkaar dergelijke urgente vraagstukken op te pakken.
In deze track krijg je theoretische concepten en professionele tools aangereikt om educatieve en pedagogische kwesties te beschouwen vanuit meerdere perspectieven. Je leert morele problemen en discussies te analyseren met het oog op het vormen van beleid en bij te dragen aan besluitvormingsprocedures rond concrete dilemma’s in de praktijk van onderwijs en opvoeding. Bijvoorbeeld in problemen en discussies als:
Het programma bestaat uit drie lijnen:
1) een thematische lijn
2) een professionaliseringslijn en
3) een onderzoekslijn.
Je verdiept je op vier verschillende domeinen:
EthiekIn de inleiding in ethiek maak je kennis met theorieën over
ethiek en morele vragen. Je leert ethische analyses te maken,
moreel af te wegen en morele beslissingen te nemen en te
verantwoorden. Dat doe je aan de hand van concrete casussen, zoals
discussies over het recht op kinderen krijgen, het ouderrecht
tegenover het beroepsethos van professionals en het recht op
privacy.
Je wordt toegerust om als toekomstige beroepsbeoefenaar een
onderbouwd advies te geven over complexe situaties die spelen in
het onderwijs, in de opvoeding of in de jeugdzorg. Je leert de
basics voor de andere vakken, de stage en masterthesis.
Het leidend beginsel bij besluitvorming over kinderen en in discussies over opvoeding, kinder- en jeugdzorg en onderwijs, is dat het belang van het kind voorop dient te staan. Maar hoe bepalen we wat het belang van het kind is bij het overwegen van dilemma's zoals vechtscheiding, medische zorg, radicalisering, jeugdcriminaliteit. Hoe wegen we voor- en nadelen af, hoe overwinnen we impasses, hoe komen we tot de uiteindelijke conclusies en legitimeren we beleid en beslissingen?
Ontwikkeling van burgerschapEen kernfunctie van opvoeding en onderwijs is kinderen groot te brengen tot burgers. Burgerschapsvorming is uitdrukkelijk verplicht geworden in het onderwijs en de wet lijkt zelfs aangescherpt te worden. Er bestaat veel controverse over de aard van goed burgerschap en over hoe opvoeding en onderwijs kunnen bijdragen aan de ontwikkeling ervan. Hoe ziet deze discussie eruit, wat is de huidige kennis en welke invloed heeft dit op beleid en praktijk? In hoeverre is het wenselijk dat de overheid zich bemoeit met welk soort burgerschap scholen moeten stimuleren.
ProfessionalisationScientificatie en professionalisering hebben invloed op werkmethoden in het onderwijs, kinder- en jeugdzorg en hoe kinderen en jongeren worden waargenomen en behandeld. Wat zijn de voordelen en wat zijn de risico's? Wat kunnen professionals doen om de risico's te beperken? Hoe kan het beleid hiertoe bijdragen? In dit vak leer je met name nadenken over de invloed van professionalisering en verwetenschappelijking van onderwijs, opvoeding en jeugdzorg. De nadruk ligt (bio)geneeskunde, kinderpsychologie en neurowetenschap.
Je oefent je beroepsvaardigheden en maakt je kennis met de praktijk waarin je later als beroepsoefenaar zal werken.
Domein Specifiek SkillsIn dit vak word je voorbereid om als academische professioneel
te kunnen werken in een brede scala van onderwijsinstituties,
jeugdzorg en organisaties.
Twee aspecten krijgen de aandacht: (1) je oefent je didactische
vaardigheden om als docent te kunnen werken in het hogere onderwijs
en ook als trainer in ondersteunende organisaties; (2) je oefent je
vaardigheden om te kunnen werken als (beleids)adviseur door te
leren beleid en praktijken te analyseren, te oefenen hoe je een
adviesrapport kunt schrijven in een onderwijs/jeurgdzorg/opvoeding
setting and hoe je professioneel kunt communiceren hierover.
Door de stage raak je vertrouwd met de eisen die aan beroepsbeoefenaars worden gesteld, en maak je kennis met het beroepenveld waarin zij hun kennis en inzichten toepassen. De stage vindt plaats bij een instelling of een organisatie werkzaam ten behoeve van het onderwijs, de jeugdzorg of opvoeding. Tijdens de stage verricht je activiteiten waardoor je kennismaakt met de werkzaamheden van professionals, verhoudingen tussen professionals, de dagelijkse gang van zaken binnen professionele organisaties zoals de SLO, gemeentelijke en provinciale overheden, ROC’s, PO en VO scholen, MBO raad, Defence for Children International enzovoort.
Tijdens je masterthesis leer je onderzoek doen. Je kunt kiezen uit verschillende soorten onderzoek die relevant zijn voor toekomstige werk zoals onderwijsadviseur, beleidsadviseur of in de jeugdzorg, het onderwijs, bij instanties zoals de provincie of als wetenschappelijk onderzoeker. Vormen van onderzoek naast empirisch onderzoek: analyse van documenten, casussen of video-materiaal, literatuurreview, theoretisch onderzoek (ethisch, juridisch, filosofisch), discourse analyse, historisch.