Skip to ContentSkip to Navigation
Magazine

Opinie: Nederland heeft de Oostvaardersplassen hard nodig

29 maart 2018

Zoals vaker de afgelopen 20 jaar zijn de Oostvaardersplassen weer gelijktijdig brandpunt, vergrootglas én spiegel, in de discussie over de relatie tussen mensen en natuur. De Wageningse hoogleraar Frank Berendse lijkt de handdoek in de ring te gooien door voor te stellen om alle grote grazers dan maar uit de Oostvaardersplassen te halen en het gebied geheel onder water te zetten (Trouw, 9 maart). Zoals ecoloog Frans Vera vervolgens betoogde, is dit geen blijvende oplossing: binnen 10 jaar zou het gebied dichtgroeien tot moerasbos en zouden de kenmerkende vogelsoorten van jong, open rietmoeras verdwijnen (Trouw, 22 maart).

In de discussie in de media, nu vooral gedomineerd door paardenhouders, worden meer onzinnige argumenten ter tafel gevoerd. Zo is het gewoon niet waar dat het aantal grazers en de sterfte steeds meer uit de hand lopen. Al ongeveer 10 jaar gaan er jaarlijks ongeveer net zoveel grazers dood als er geboren worden in de Oostvaardersplassen. Deze runderen, paarden en edelherten zijn daarin niet anders dan de Veluwse edelherten en wilde zwijnen, en otters, zeehonden en dassen en rotganzen in de rest van ons land. Bijvoeren leidt in dat geval tot meer dieren en dus uiteindelijk tot grotere aantallen en nog grotere sterfte. Actievoeren tegen sterfte is dan ook actievoeren tegen het geboren worden van jonge dieren, en eigenlijk daarmee actievoeren tegen het voortbestaan van alle in het wild levende grotere dieren.

Foto door Anton Havelaar /Nationale Beeldbank
Foto door Anton Havelaar /Nationale Beeldbank

Zorgen over dierenwelzijn zoals die nu geuit worden, lijken voort te komen uit een tunnelvisie op dierenwelzijn, gebaseerd op omgangregels met hobbypaarden en landbouwhuisdieren. Dierenwelzijnsexperts, die mede het huidig vroeg-reactief beheer van de Oostvaardersplassen hebben vastgesteld als meest diervriendelijke oplossing, argumenteren al jaren dat dierenwelzijn niet versimpeld kan worden tot 12 maanden per jaar een overvloed aan eten. Dierenwelzijn staat voor gebruikmaken van natuurlijke aanpassingen, zoals vetopslag in perioden van overvloed en gebruik daarvan in perioden van schaarste, gedragsmatige aanpassingen aan kou en voedseltekort, het zelf kiezen van partners, langjarige sociale interacties in kuddes en natuurlijke selectie waarbij de sterkste dieren overleven en zich voortplanten. Is het uit schuldgevoel over het onthouden van veel van deze welzijnsaspecten dat paardenliefhebbers en veehouders nu dierenwelzijn trachten te versimpelen tot jaarrond een overvloed aan eten? En moeten we nu ook dassen, otters, bruinvissen en zeehonden gaan bijvoeren?

Tot slot: het is duidelijk dat de Nederlandse natuur in een grote crisis verkeert door vooral de industrialisering van de landbouw en maar doorgaande verstedelijking van ons land. Dit gaat gepaard met een steeds grotere afstand van mensen tot natuur, tot de huidige uitwassen waarbij de suggestie wordt gewekt dat we de normen voor huisdieren ook op wilde soorten zouden moeten toepassen. Het verlies aan biodiversiteit en landschapskwaliteit kan ook niet gekeerd worden door terug te keren naar een onproductieve landbouw van voor 1950 of door nieuwe vormen van natuur te bestrijden vanuit gemankeerde dierenliefde.

Er is in Nederland een mozaïek nodig van duurzame, natuur-inclusieve landbouw en innovatieve natuurontwikkelingsprojecten zoals de Oostvaardersplassen, waarin bedreigde diersoorten blijvend een nieuw thuis vinden in gevarieerde, toegankelijke landschappen met betaalbare beheerskosten. En van creatieve gebiedsoplossingen waar nieuwe vormen van natuurlijke klimaatbuffering, hoogwaterbescherming, natuurgerichte recreatie en andere ecosysteemdiensten hand in hand gaan met natuur.

Door prof. dr. Han Olff, hoogleraar Ecologie en Natuurbeheer aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Dit artikel is op donderdag 29 maart 2018 gepubliceerd in dagblad Trouw
.

Laatst gewijzigd:04 april 2018 13:32
Deel dit Facebook LinkedIn
View this page in: English

Meer nieuws

  • 16 december 2024

    Jouke de Vries: ‘De universiteit zal wendbaar moeten zijn’

    Aan het einde van 2024 blikt collegevoorzitter Jouke de Vries terug op het afgelopen jaar. Daarbij gaat hij in op zijn persoonlijke hoogte- en dieptepunten en kijkt hij vooruit naar de toekomst van de universiteit in financieel moeilijke tijden.

  • 10 juni 2024

    Om een wolkenkrabber heen zwermen

    In Makers van de RUG belichten we elke twee weken een onderzoeker die iets concreets heeft ontwikkeld: van zelfgemaakte meetapparatuur voor wetenschappelijk onderzoek tot kleine of grote producten die ons dagelijks leven kunnen veranderen. Zo...

  • 24 mei 2024

    Lustrum 410 in beeld

    Lustrum 410 in beeld: Een fotoverslag van het lustrum 2024