Skip to ContentSkip to Navigation
Universiteitsbibliotheek
Universiteitsbibliotheek Meer erfgoed Tentoonstellingen Digitale tentoonstellingen Revisiting the Story of Troy

100 v. Chr.-100 n. Chr.

Vergilius en Ovidius
Griekse vaas
Achilles verzorgt Patroclos die gewond raakte door een pijl. De figuren konden worden geïdentificeerd door een inscriptie aan de bovenkant van de vaas. Door Sosias, ca 500 BC.

In de Latijnse literatuur was het verhaal van Troje vooral bekend dankzij Vergilius en Ovidius. Hun mythische goden leken zelden een struikelblok voor de christelijke wereld. Enerzijds worden het belang en de populariteit van de Aeneis van Vergilius vaak toegeschreven aan de reorganisatie van klassiek materiaal en het nieuwe patriottisme daarvan. Aeneas slaagt erin te ontkomen aan de sluwe Grieken en overleeft een scheepsramp, waarna een sterkere natie in het westen moeten worden gebouwd. Anderzijds kreeg Ovidius, in tegenstelling tot Vergilius, een lauwe ontvangst voor zijn Heroides in de middeleeuwen omdat hij de Trojaanse helden vormde naar zijn eigen emotionele en erotische interesses. Aangezien Vergilius geen volledig verslag van de oorlog gaf en omdat zijn autoriteit in twijfel werd getrokken door de kerk (die natuurlijk niet blij was met de goden), namen lezers hun toevlucht tot de verslagen van Dares en Dictys over de Trojaanse oorlog, die wel waar moesten zijn omdat ze immers ooggetuigenverslagen waren. Deze teksten werden voor middeleeuwse historici al snel de voornaamste bronnen, waarbij de voorkeur over het algemeen uitging naar de pro-Trojaanse Dares. Deze ooggetuigenverslagen, die afwijken van de vergiliaanse traditie (met name wat betreft het in de laatstgenoemde gekoesterde gebrek aan zelfopoffering en heldendom) vormden een belangrijk alternatief voor de vergiliaanse versie.

Laatst gewijzigd:05 juli 2024 21:30
View this page in: English