Skip to ContentSkip to Navigation
Universiteitsbibliotheek
Universiteitsbibliotheek Meer erfgoed Tentoonstellingen Digitale tentoonstellingen Het verhaal van Troje herzien

Het verhaal van Troje herzien

manuscript Liber Trojanus
Chryseïs wordt teruggestuurd naar de Grieken. Uit een manuscript van de Liber Trojanus, Venetië, circa 1325. Bron: Bernard Quaritch, Palæography. Notes upon the history of writing and the medieval art of illumination (Londen 1894), Plate 12

Guido delle Colonne voltooide zijn Historia Destructionis Troiae in november 1287, zoals hij ons zelf in een epiloog vertelt. Guido beweert dat dit het authentieke verhaal van de Trojaanse Oorlog is, gebaseerd op de ooggetuigenverslagen van Dictys de Kretenzer en Dares de Phrygiër. In werkelijkheid gaat het om een in het Latijn geschreven proza-parafrase, en in veel gevallen een vrij letterlijke vertaling, van de Roman de Troie, een Franse romance in achtlettergrepige coupletten die ruim honderd jaar eerder door Benoît de Sainte Maure was geschreven. Voor zover het überhaupt aandacht kreeg, werd Benoîts gedicht beschouwd als een geromantiseerde versie van het complete geschiedverhaal. Niettemin werd Guido's Historia onmiddellijk goed ontvangen en op grote schaal gekopieerd en vertaald, om pas in de achttiende eeuw haar reputatie van authenticiteit te verliezen, toen de vermeende bronnen ervan in diskrediet raakten. Pas in de negentiende eeuw werd aangetoond dat Guido gebruik had gemaakt van Benoît, diens verhaal had veranderd van poëzie in proza en van een ridderroman in een geschiedverhaal. Er zijn op dit moment ten minste 240 drukken van de Historia in omloop — waaronder ruim 70 incunabelen uit de 15e eeuw — en één daarvan, die in de Saltykov-Shchedrin Library in St. Petersburg, draagt de handtekeningen van de Engelse koningen Richard III, James I en Charles I, en die van Oliver Cromwell.

portret Guido delle Colonne
Portret van Guido delle Colonne in Giuseppe Ortolani's Biografia Degli Uomini Illustri Della Sicilia Ornata de loro rispettivi ritratti” (Napels 1819)

Guido’s Historia was in de late Middeleeuwen het meest wijdverbreide en meest invloedrijke verhaal van Troje. Dat verhaal van Troje stamt natuurlijk niet uit de Middeleeuwen, maar terwijl de epen van Homerus in het oosten wijdverbreid waren, waren ze in West-Europa onbekend, en de Trojaanse Oorlog was het enige grote klassieke verhaal dat in de Middeleeuwen beschikbaar was in de vorm van geschiedschrijving. De reden waarom het in Europa zo populair was, was niet alleen omdat het een universeel verhaal was, maar ook omdat het Europese steden, regio’s en landen een mythe van nationale oorsprong bood en een spiegel voorhield van aristocratisch en prinselijk gedrag. De schrijvers van die tijd wierpen zich collectief op Trojaanse verhalen en droegen zo bij aan de totstandkoming van bijvoorbeeld een schat aan Engelstalige literatuur over Troje. Dankzij auteurs als Dares en Dictys werden de gebeurtenissen in Troje weergegeven in een zeer rationele en geloofwaardige vorm, waarin bijna geen goden en mythen voorkwamen. Guido's Verhaal van Het Troje wordt niet alleen beschouwd als feitelijk juist, maar het is ook een bijzonder middeleeuws geschiedverhaal dat tot dan toe ongekend was. Net als zijn Engelse navolgers schreef Guido geschiedverhalen die wonderbaarlijk noch nationalistisch zijn, maar te definiëren zijn als “klassieke kronieken”: ze doen verslag van de klassieke Oudheid met gedetailleerde ooggetuigenverslagen zoals laatmiddeleeuwse kronieken dat doen met contemporaine gebeurtenissen.

titelpagina Dictys cretensis
Editie van Dictys & Dares' Verhaal van Troje door Jacob Perizonius en Ludolf Smids (Amsterdam 1702)

Wist je dat...?

... dit verhaal bestaat uit een ooggetuigenverslag van Dictys van Kreta, die in de Trojaanse oorlog zij aan zij met de Myceners zou hebben gevochten? Dat in zijn werk — in tegenstelling tot de Ilias en de Odyssee — geen enkele god voorkomt? Dat zijn verhaal samen met het werk van Dares de Phrygiër heeft bepaald hoe er tijdens de Middeleeuwen en de vroegmoderne tijd naar Troje werd gekeken? Dat het volgens Dictys de Trojanen waren, niet de Myceners, die de oorlog hebben ontketend, waarna de Grieken kustplaatsen in het noord-westen van Klein-Azië (nu Turkije) aanvielen?

Vertalingen van de Historia Destructionis Troiae

Guido’s verhaal over Troje was, in al zijn verschijningsvormen, dus een van de meest wijdverbreide teksten in het Europa van de late Middeleeuwen. De Latijnse versie is meer dan tweehonderd keer gedrukt. Bovendien is Guido’s Historia vertaald of herverteld in de meeste Europese talen, zoals het Italiaans, Duits, Frans, Nederlands en Tsjechisch. In de 15e en 16e eeuw, toen de boekdrukkunst stormenderhand heel West-Europa veroverde, rolden in verschillende taalgebieden vertalingen van de Historia in de landstaal van de persen.  Zo publiceerden Duitse drukkers een bewerking van het Elsässische Trojabuch en het Buch von Troja van Hans Mair in een bekende Zuid-Duitse uitgave (Bertelsmeier-Kierst). In Frankrijk, Engeland en de Lage Landen werden vertalingen van de Histoire de Jason van Raoul Lefèvre en de Recueil des histoires de Troyes gedrukt. Lefèvres versie van het verhaal bleef populair in Engeland, maar drukkers in de Lage Landen, zoals Jan van Doesborch, publiceerden gemoderniseerde bewerkingen van deze vertelling.

Laatst gewijzigd:13 juli 2024 08:55
View this page in: English