Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Faculteit der Letteren Studeren bij ons Testimonials Nederlands en Neerlandistiek

Samen leer je meer

In gesprek met Myrte Gosen

Door: Kim den Hartog

Foto Myrte Gosen
Foto Myrte Gosen

Myrte Gosen is sinds 2013 universitair docent aan de Rijksuniversiteit Groningen, waar zij is verbonden aan de opleidingen Nederlandse Taal en Cultuur en Communicatie- en Informatiewetenschappen. Bij de discipline taalbeheersing buigt Gosen zich voornamelijk over mondelinge interactie in het onderwijs. Zij is geïnteresseerd in hoe leerlingen of studenten onderling met elkaar communiceren en daarvan leren. Hiernaast houdt zij zich bezig met de interacties tussen leerkracht en leerling. Dus, hoe brengt een expert kennis over op een leek? Hoe laten mensen in hun gesprekken zien dat ze elkaar begrijpen of juist niet? Als onderzoeker slaat Gosen graag een brug tussen de wetenschap en de maatschappij. Zij werkt regelmatig samen met onderzoekers van andere vakgebieden, docenten en uitgeverijen.

Leren door te praten

Hoe meer je over iets praat, hoe beter dat voor je is, dat is Gosens idee. En dit merk je al in de kleuterklas. Tijdens het voorlezen van prentenboeken voeren leerkrachten bijvoorbeeld gesprekken met hun leerlingen over de inhoud en thematiek van de boeken. Dit kan bijvoorbeeld gaan om sociaal-emotionele thema’s zoals jaloezie. Via de plaatjes in de prentenboeken kunnen leerlingen kennismaken met verschillende ideeën over deze thema’s.

In 2012 promoveerde Gosen aan de Rijksuniversiteit Groningen met haar proefschrift Tracing learning in interaction: an analysis of shared reading of picture books at kindergarten. Met haar promotieonderzoek analyseerde Gosen hoe leerkrachten gesprekken tijdens het voorlezen vormgaven. Zij onderzocht hoe de leerkracht ruimte bood aan leerlingen om hun gedachten te verwoorden. Daarbij legde ze de focus op hoe leerlingen over deze thema’s konden praten met elkaar en hoe ze redeneerden over wat er in de boeken gebeurde.

Voor dit onderzoek heeft Gosen drie kleuterklassen voor een langere periode gevolgd. Hier heeft zij wekelijks de gesprekken gefilmd. Ze ondervond dat een leerkracht minder hoeft te doen dan eerst verwacht: als een leerkracht na het voorlezen van een bladzijde even stil blijft, gaan de leerlingen vanzelf iets zeggen. En als de leerkracht een vraag stelt, is het belangrijk om leerlingen de tijd te geven om op een antwoord te komen. Ook daarna blijkt het nuttig om niet direct weer de beurt te nemen, maar de leerlingen zelf het gesprek te laten voeren.

Van First Dates tot de parlementaire enquête

Alles waar een gesprek in zit, spreekt Myrte Gosen aan. Ondanks haar primaire interesse in interacties in het onderwijs, maakt Gosen dan ook regelmatig uitstapjes naar andere gespreksvormen, zoals nieuwsinterviews en zelfs tv-programma’s. In het boek Hoe werkt dagelijkse communicatie? Gesprekken onder de microscoop laat Gosen samen met haar mede-auteurs bijvoorbeeld via gesprekken uit het bekende televisieprogramma First Dates de functies van vragen zien. In dit programma zitten namelijk heel interessante gesprekken. De bekende vraag ‘willen jullie elkaar nog een keertje zien?’ spreekt natuurlijk erg tot de verbeelding.

Het boek verscheen in 2023 en werd geschreven door het AWIA-collectief, waar Gosen deel van uitmaakt. Dit collectief bestaat uit gespreksanalytici uit heel Nederland. In dit boek heeft het collectief dagelijkse communicatie onder de loep genomen en in populair wetenschappelijke hoofdstukken gegoten. Zo staan er ook hoofdstukken in over bijvoorbeeld stiltes en haperingen. Dit boek is geschreven om mensen via alledaagse voorbeelden de fascinatie voor gesprekken mee te geven. Het boek werd na publicatie al snel opgepikt. Het was zelfs deel van de Nieuwjaarsaftrap van de Faculteit Letteren aan de RUG. Myrte Gosen heeft zo samen met collega’s van verschillende instituten de gespreksanalyse weer op de kaart kunnen zetten.

Gosens expertise maakt het dus mogelijk om veel verschillende gesprekken te analyseren. In de masteropleiding Neerlandistiek verzorgde zij de afgelopen jaren een cursus over de verhoren bij de parlementaire enquête aardgaswinning Groningen. Daarnaast begeleidt ze bijvoorbeeld ook het promotieonderzoek van Roel van Veen over publieke participatie in gesprekken over duurzaamheid. Dit is, net zoals Gosen terugvindt in het onderwijs, een situatie waarin experts en leken met elkaar in gesprek gaan.

Spreken en schrijven gaan hand in hand

Gesprekken in de klas blijven nog altijd een maatschappelijk relevant onderzoeksveld. Gosen begeleidt regelmatig promovendi die onderzoek doen naar onderwijsinteracties. Joke van Balen onderzocht bijvoorbeeld gesprekken in de lessen Nederlands op de middelbare school. Zij analyseerde hoe leerlingen in de derde en vierde klas tijdens de les met elkaar praten over bijvoorbeeld gedichten en stellingen. Op die manier werken leerlingen namelijk aan hun identiteitsvorming: door te praten over verschillende media leren ze meer over zichzelf en over hoe ze hun mening kunnen uitdrukken. Van Balen boog zich onder andere over ervaringsvragen, zoals ‘heb je dit ook wel eens meegemaakt?’ Zulke vragen kunnen laten zien of leerlingen bereid zijn om dit te delen. Het maakt vaak ook uit of er wordt doorgevraagd in de klas: ‘waarom vind je iets?’ en ‘wie vindt er iets anders?’ Van Balens onderzoek bevestigt het beeld dat leerlingen over zichzelf en van elkaar kunnen leren wanneer ze met elkaar in gesprek gaan.

Een ander promotieonderzoek dat Gosen begeleidt is het onderzoek van Sofie van der Meij. Zij analyseert mondelinge taalvaardigheid in groepen drie en vier. Daarnaast interviewt zij de leerkrachten van deze groepen over wat zij verstaan onder mondelinge taalvaardigheid en hoe ze daar aandacht aan besteden in de klas. Van schrijven en lezen is algemeen bekend dat de taalvaardigheid niet op niveau is. In een tijd waarin de computer veel voor je kan doen, is mondelinge taalvaardigheid echter minstens zo belangrijk.

Vaak gaan schrijfvaardigheid en mondelinge interactie hand in hand. Collega-onderzoeker Frans Hiddink van de NHL Stenden is bezig met een project over ontluikende schrijfvaardigheid bij kleuters, waar Gosen ook bij betrokken is. Wanneer leerlingen samen een spel spelen, zoals ‘winkeltje spelen’, praten ze met elkaar over wat ze tijdens dat spel opschrijven. Dit raakt aan de taalvaardigheidsontwikkeling van kleuters, waar Gosens promotieonderzoek ook over ging. Voor dit onderzoek heeft Gosen eveneens contact met leerkrachten die zijn betrokken bij het verzamelen van het onderzoeksmateriaal: de gesprekken en schrijfsels van de leerlingen.

De impact op de praktijk is bij een dergelijk onderzoek goed zichtbaar. Leerkrachten worden zich meer bewust van wat leerlingen op jonge leeftijd al kunnen. Zij kunnen deze kennis direct in de les toepassen. Gosen is erg enthousiast over de samenwerking met de NHL Stenden. Het lectoraat biedt bovendien leuke stageplekken voor studenten die eveneens geïnteresseerd zijn in deze interdisciplinaire samenwerking.

Aan de taalbeheersingsweg timmeren

Als jongste discipline binnen de neerlandistiek kan de taalbeheersing nog wel eens op de achtergrond geraken. Met de onderzoeken die Gosen begeleidt en uitvoert hoopt ze dit onderzoeksgebied onder de aandacht te brengen. Tegelijkertijd streeft zij ernaar iets te betekenen voor de onderwijspraktijk. Zo maakt Gosen deel uit van het Expertisecentrum Interactie in de Diverse Klas en de werkgroep Mondelinge Taalvaardigheid van Levende Talen. Hiernaast heeft zij adviesfuncties bekleed bij commissies en uitgeverijen rondom lesmethodes. Met enthousiasme blijft Gosen aan de weg timmeren en zet zij met collega-onderzoekers de mondelinge interactie op de kaart.

Laatst gewijzigd:04 juli 2024 13:48