Taal stuurt hoe we naar de werkelijkheid kijken en brengt die werkelijkheid zelfs tot stand
Door: Demian Vos
Lotte van Poppel is sinds 2019 universitair docent aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ze houdt zich daar bezig met de argumentatieleer en richt zich met name op gezondheidscommunicatie. Daarnaast is ze geïnteresseerd in de werking van metaforen en sinds kort is ze ook actief binnen een relatief nieuw vakgebied: de multimodale argumentatie.
Aanraden en afraden
In 2013 promoveerde Van Poppel op het proefschrift “Getting the vaccine now will protect you in the future!”, waarin ze de pragmatische argumentatie van gezondheidsbrochures analyseerde. Pragmatische argumentatie is een specifieke vorm van argumentatie waarbij je iets aanraadt of afraadt op basis van de positieve of negatieve gevolgen ervan. Dit type argumentatie komt vaak voor in brochures over vaccinaties en gezond gedrag zoals sporten.
Het nadeel van zo’n brochure is dat de auteur zijn publiek niet te spreken krijgt: “Als schrijver moet je bedenken wat voor tegenwerpingen iemand zou hebben, en daarop anticiperen in de tekst.” Van Poppel onderzocht hoe schrijvers hierop anticiperen en welke formuleringskeuzes ze maken. Wat voor zaken benoem je wel en welke niet? Focus je je op de positieve effecten van het gewenste gedrag, of juist op de negatieve effecten van het niet-gewenste gedrag?
Eén casus waar Van Poppel uitgebreid naar heeft gekeken is een brochure over de HPV-vaccinatie, genaamd ‘Arm against cervical cancer. Your guide to the HPV vaccination’. Deze verscheen in 2012, bij de introductie van een campagne van de Britse National Health Service (NHS). “Wat hier zo interessant aan is, is dat die vaccinatie zelf geen kanker voorkomt, dat is natuurlijk geen besmettelijke ziekte. De vaccinatie voorkomt dat je bepaalde types van HPV krijgt, en HPV kan verschillende vormen van kanker veroorzaken. Door die tussenstap weg te halen in de argumentatie, lijkt het effect van de vaccinatie veel groter te zijn.”
Metaforen
Gezondheidscommunicatie gaat ook over de taal van de patiënt richting de arts. Samen met Jana Declercq onderzocht Van Poppel de metaforen die patiënten gebruikten voor hun chronische pijn. Hiervoor analyseerden ze gesprekken die de patiënten hadden met een neuroloog, fysiotherapeut en psycholoog in een Vlaamse kliniek voor mensen met chronische pijn. “We zagen een aantal metaforen terugkomen. Het lichaam werd bijvoorbeeld vergeleken met een soort machine die je wel of niet kunt repareren. Ook werd de pijn vaak met een tastbaar object vergeleken: het ‘zit’ ergens of het ‘beweegt’. Ook werd het vaak beschreven als een object waar de patiënt geen controle over heeft. Dat laat zien hoe machteloos patiënten zich voelen als ze die pijn constant ervaren.” Van Poppel vindt dat zorgprofessionals zich bewust moeten zijn van hun taal: “Als je het lichaam van de patiënt vergelijkt met een machine, dan impliceer je dat de pijn ‘gerepareerd’ kan worden en dat wekt verwachtingen. Taal stuurt hoe we naar de werkelijkheid kijken en brengt die werkelijkheid zelfs tot stand.”
Metaforen kunnen ook argumentatief gebruikt worden. Eén metafoor van de Britse oud-premier Boris Johnson stond centraal in een artikel dat Van Poppel samen met Roosmaryn Pilgram schreef. Johnson staat bekend om zijn metaforen en vergeleek ooit in een toespraak Covid-19 met een straatovervaller, op de grond geworsteld door de Britse staat door middel van maatregelen. Hiermee stimuleerde hij het publiek om de COVID-maatregelen te blijven handhaven. Van Poppel en Pilgram onderzochten wat voor kritiek mensen kunnen hebben op metaforen in zo’n argumentatieve setting en keken naar reacties op twitter (inmiddels X) om te kijken of ze dit terug konden zien. “Je kan kritiek hebben op de vergelijking zelf: een virus is geen overvaller, want een virus heeft geen bewustzijn. Maar je kan een metafoor ook bekritiseren vanwege de persoon die hem gebruikt: een aantal twittergebruikers reageerde dat Johnson de pandemie nooit serieus heeft genomen omdat hij ooit Covid-patiënten de hand heeft geschud. ”
Multimodale argumentatie
Tegenwoordig wordt er niet alleen geargumenteerd via tekst, maar ook via beeld. Dat gebeurt overal, van verkiezingsposters tot supermarktreclames. Er is dan sprake van een visuele én tekstuele boodschap, die elkaar versterken. Dat heet multimodale argumentatie, een relatief nieuw vakgebied waar Van Poppel zich sinds kort mee bezighoudt. Als voorbeeld geeft ze een plaatje van een gezonde ijsbeer in 2009 en een magere ijsbeer in 2019, dat online circuleerde als een waarschuwing tegen klimaatverandering: “Het is moeilijker om kritiek te formuleren op een visuele boodschap, omdat de argumentatie een stuk subtieler plaatsvindt.” Op dit onderwerp begeleidt Van Poppel samen met filosoof Jan Albert van Laar de PhD-student Bita Heshmati.
Naast tekst en beeld is er nóg een kanaal waarin je een boodschap kan uitdragen, namelijk via handelingen. De recente protestacties van Just Stop Oil zijn een interessant geval: dragen zij een argumentatieve boodschap uit door soep over een schilderij te gooien? Hetzelfde geldt voor de demonstraties van Extinction Rebellion: “Een snelweg blokkeren kan voor onveilige situaties zorgen, maar de klimaatactivisten argumenteren dat het een relevante plek is voor hun protest. De plek bevindt zich namelijk precies tussen het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en de tijdelijke Tweede Kamer.”
Van Poppel verzorgt de vakken over argumentatie in de bachelor- en masteropleidingen Nederlands en Neerlandistiek. Ze hoopt haar studenten te wapenen voor argumenten die niet kloppen. “In het dagelijks leven moeten we behoorlijk veel beslissingen nemen en dingen beoordelen. Het is belangrijk dat we kritisch blijven naar de boodschappen van anderen, of die nou visueel of tekstueel zijn.”
Laatst gewijzigd: | 28 november 2024 12:24 |