‘Wij willen mensen het donker laten beleven’
Meriam Tuinhof, 26 jaar, werkt bij de Natuur en Milieufederatie Noord-Holland en Groningen en presenteert als zzp’er evenementen en informatieavonden. ‘In beide rollen probeer ik mensen met elkaar te verbinden.’
Door: Douwe Wilts
De klimaatverandering gaat mij aan het hart. Wat zouden we kunnen doen om klimaatverandering te beperken en anderen daarin mee te nemen? Meriam Tuinhof probeert als communicatiemedewerker bij de Natuur- en Milieufederaties Noord-Holland en Groningen het klimaatprobleem te vertalen in praktische oplossingen voor de inwoners. Daarnaast modereert ze als zzp’er evenementen en informatieavonden. Ook dat draait om vertalen.
Waarom ben je Nederlands gaan studeren?
‘In 5 vwo heb ik een keer een dag meegelopen met drie verschillende studies, namelijk psychologie, sociologie en Nederlands. De colleges bij psychologie en sociologie vond ik saai en heel massaal. Het deed mij gewoon niets. Als laatste volgde ik die dag een college bij Nederlands. Dat ging over de achttiende-eeuwse literatuur. De combinatie van verhalen, geschiedenis en het begrijpen van de denkwijze van mensen die daarin aan bod kwam, vond ik heel interessant. Daarnaast ben ik altijd al wel een lezer geweest. Mijn beide ouders zijn dominee, dus ik werd thuis omringd door boeken en het kritisch kijken naar teksten is mij met de paplepel ingegoten.
Tijdens de studie vond ik met name letterkunde en taalbeheersing heel interessant. En wat zou ik het graag nog een keer over willen doen. Dan zou ik nog beter opletten en nog beter mijn best doen. Ik denk weleens: daar heb ik wat over geleerd, maar waar zit dat ook maar weer in mijn brein. Een shortline naar de colleges zou dan heel gaaf zijn.’
Tegenwoordig werk je voor de Natuur en Milieufederatie. Wat is dat voor organisatie?
‘De Natuur en Milieufederatie is een non-profit stichting. De overheid wil en moet beleid maken rond natuur en milieu. In Noord-Holland hebben we het dan bijvoorbeeld over Schiphol of over lichtvervuiling. Burgers hebben daarin allerlei belangen die soms met elkaar of met die van overheid of bedrijven kunnen botsen. Wat wij dan doen is burgers en lokale initiatieven met elkaar verenigen om samen het beleid te sturen. Soms klopt de provincie of een gemeente juist bij ons aan, omdat zij door een wet of motie beleid moeten maken rond natuur en milieu. Wij denken dan mee over waar dat wel of niet kan, omdat we goede contacten hebben met de inwoners. We zijn als het ware een schakel tussen de burger en de overheid.’
Wat is jouw rol daarin?
‘In eerste instantie ben ik daar begonnen als allround communicatiemedewerker bij het project Donkerte van de Wadden. Daarvoor hield ik onder meer de website bij, schreef ik persberichten en plaatste ik updates op sociale media. De Wadden is een van de weinige gebieden in Nederland waar het donker nog echt vrij spel heeft. Bij helder weer kun je de Melkweg en soms zelfs het Noorderlicht zien. Met dit programma willen we mensen bewust maken van het belang van het donker en mensen de donkerte van de Wadden te laten beleven. Het donker is niet alleen belangrijk voor nachtdieren en -planten, maar het heeft ook invloed op de slaapkwaliteit van mensen.
Voor Donkerte van de Wadden leggen we bijvoorbeeld tuinen aan bij ondernemers waarbij we het kunstlicht weghalen, plaatsen we informatieborden en leggen we verblijven aan voor nachtdieren. Daarnaast organiseren we bijvoorbeeld lezingen en proberen we om mensen met lokale evenementen het donker te laten beleven.
Een groot deel van mijn tijd besteed ik aan projectmanagement. Ik vind het heerlijk om van alles te regelen. Zo spreek ik geregeld met de provincie of met gemeenten over sponsoring van onze projecten of ik schrijf en denk mee over aanvragen voor subsidies. Juist die mix van communicatie en management en de maatschappelijke relevantie maakt mijn werk ontzettend leuk. Vanaf juli werk ik ook voor Natuur en Milieufederatie Groningen: hier doe ik het zelfde type werk.’
Welke rol speelt taal in jouw werk?
‘Al tijdens mijn studie realiseerde ik mij dat taal een essentieel onderdeel is van wie we zijn, het stelt ons in staat de wereld te begrijpen. Zeker als het om een moeilijk onderwerp als het klimaat gaat, maakt het uit welke woorden je kiest en hoe je het zegt. Als je mensen wil motiveren om iets aan klimaatverandering te doen, dan is taal je machtigste wapen.
Daarnaast kijk ik geregeld mee met subsidieaanvragen voor projecten. Het is daarbij belangrijk dat onze subsidieaanvraag goed aansluit bij de doelstellingen en missie van de subsidieverstrekker.’
De laatste tijd is er een toenemend aanbod aan klimaatfictie. Welke rol kan dat spelen in je werk voor de Natuur en Milieufederaties?
‘Wat een leuke vraag. Ik houd heel erg van sciencefiction en van dystopische boeken, dus ik ben heel blij dat dat in de Nederlandse literatuur voet aan de grond krijgt. Nu weet ik niet of ik bij de mensen die ik spreek, kan aankomen met Klifi van Adriaan van Dis, maar het idee dat klimaatverandering het waard is om romans over te schrijven, vind ik een hele mooie ontwikkeling. Verhalen kunnen grote thema’s tastbaar maken. Door verhalen kunnen wij ons onderdeel gaan voelen van klimaatverandering en de oplossingen die daarvoor nodig zijn. Ik hoop dat door de klimaatfictie het probleem nog meer door kan dringen.’
Naast je werk voor de Natuur en Milieufederaties, modereer je als zzp’er evenementen en informatieavonden. Hoe is dat op je pad gekomen?
‘Als student-assistent heb ik filmpjes opgenomen voor lesmateriaal van de Scholierenacademie. In die video’s bevroeg ik onderzoekers over hun werk. Na mijn afstuderen en het aflopen van het project bleef de communicatieafdeling van de RUG mij af en toe terugvragen, bijvoorbeeld voor een collegecarrousel of als moderator voor een gastles van Ben Feringa op een middelbare school. In eerste instantie heb ik dat een paar keer gratis gedaan. Ik merkte dat ik het ontzettend leuk vond om te doen en dat er blijkbaar veel vraag naar was. Toen heb ik mij ingeschreven als zzp’er om er een vergoeding voor te kunnen vragen. Al moet ik er wel bij zeggen dat het op dit moment on the side is. Ik werk 36 uur in de week voor de Natuur- en Milieufederaties, dus veel meer dan een maandelijkse klus zit er op dit moment niet in.’
Hoe bereid je je voor op zo’n klus?
‘Dat wisselt. Laatst leidde ik een kenniscafé voor Studium Generale over zingeving en de rol die spiritualiteit en religie hebben in de moderne samenleving. Ik heb mij toen eerst in het onderzoek van de gasten verdiept en gezocht naar dwarsverbanden tussen hun onderzoeken en expertisegebieden. In een meeting praatten de gasten mij een uur lang bij over hun onderzoek. Ook vroeg ik de gasten op welk punt zij moeilijke vragen verwachten, hoe we dat eventueel zouden kunnen tackelen en of er onderwerpen waren die ze liever niet bespraken. Aan de hand daarvan heb ik een mogelijke route van het gesprek voor mijzelf op steekkaartjes gezet en bedacht hoe alle sprekers ongeveer evenveel tijd konden krijgen.
Op de avond zelf probeer ik te doen alsof ik net zoveel weet als het publiek. Dus als een gast een moeilijk woord gebruikt of een term introduceert, breek ik in om voor het publiek helder te krijgen wat het betekent. En dat is, denk ik, wel een verband tussen mijn werk voor de Natuur- en Milieufederaties en mijn klussen als zzp’er. In beide rollen probeer ik mensen met elkaar te verbinden en ingewikkelde concepten te vertalen in iets wat voor iedereen begrijpelijk is.’
Welke lessen die je tijdens je studie hebt geleerd, pas je nu nog steeds toe in de praktijk?
‘Geregeld denk ik terug aan de colleges over presenteren. Ook De opleiding tot redenaar van Quintilianus pak ik er geregeld bij. De vele schrijfopdrachten die in allerlei vormen aan bod kwamen, hebben mij veel geleerd over hoe je een goede tekst schrijft. En daarnaast het analytisch kijken naar teksten: wat is de kern van het verhaal en hoe kan ik dat vertalen in een boodschap die voor iedereen begrijpelijk is.’
Heb je nog tips voor huidige studenten Nederlands die net als jij in de natuur- en milieubranche aan de slag willen?
‘Ik denk dat je met Nederlands overal wel aan de slag kunt. Toen ik ging solliciteren, merkte ik dat mensen best wel verrast waren dat ik Nederlands had gestudeerd in plaats van iets als communicatie- en informatiewetenschappen. Ik viel op en dat maakte dat ze geneigd waren om mij uit te nodigen. Mensen associëren het vaak met het schoolvak en met boeken lezen. Dat klopt ook wel, maar het is zoveel breder dan dat. Ik denk dat het helpt om mensen dan uit te leggen dat beheersing van taal in elk vakgebied ontzettend belangrijk is. En dat geldt natuurlijk ook voor natuur en milieu.’
Met taal als machtigste wapen weet Meriam oplossingen voor het klimaatprobleem tastbaar te maken voor gewone mensen. Juist bij een complex thema als klimaatverandering kunnen woorden het verschil maken: het ligt immers politiek gevoelig, het gaat ontzettend langzaam en het is ongrijpbaar. Taal en verhalen kunnen mensen dan het besef van urgentie geven, het besef dat zij weldegelijk zelf het verschil kunnen maken.
Laatst gewijzigd: | 01 november 2024 11:52 |