Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Faculteit der Letteren Studeren bij ons Alumni van de Bachelor NTC aan het woord

‘Ik probeer studenten zo goed mogelijk door de studie heen te loodsen’

Sjors van Ooij, 33 jaar, is studieadviseur Nederlands, Taalwetenschap en Informatiekunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. ‘De laatste jaren zie ik dat studentenwelzijn meer aandacht vergt.’

Sjors van Ooij in gesprek met een student
Sjors van Ooij in gesprek met een student

Door: Douwe Wilts

Als student Nederlands ging ik geregeld op bezoek bij de studieadviseur. Ik heb mij altijd al afgevraagd hoe het is om aan de andere kant van de tafel te zitten. Dat en nog veel meer bespreek ik met Sjors van Ooij.

Waarom ben je Nederlands gaan studeren?

‘Ik dacht dat ik economie of bedrijfskunde ging studeren, want al mijn vrienden wilden die richting uit en ik ben ook met ze mee geweest naar open dagen. Maar ik vond het ook altijd heel leuk om taalgrapjes te maken en te schrijven voor de schoolkrant. In 6 vwo kreeg ik een docent Nederlands die heel bevlogen over taal en literatuur kon vertellen. Hij gaf mij een paar boekentips en die sloegen allemaal ontzettend goed aan en mede op zijn advies ben ik Nederlands gaan studeren.

Vanaf dag één was ik in positieve zin overdonderd door de breedheid aan onderwerpen. Naast taal en literatuur kwamen bijvoorbeeld ook filosofie en geschiedenis aan bod. Daardoor was er altijd wel iets wat mij aansprak, of ik mij nu bezighield met letterkunde, taalkunde of taalbeheersing. Ook heb ik een aantal student-assistentschappen gedaan bij het secretariaat en bij Kees de Glopper die onderzoek deed naar kindertaalverwerving. En natuurlijk heb ik genoten van de feesten en het kroegleven.’

Na de bachelor Nederlands heb je de master journalistiek gevolgd. Hoe heb je die reis ervaren?

‘In het laatste jaar van de bachelor was ik begonnen met een minor communicatiewetenschappen, toen ik mij realiseerde dat ik de journalistiek in wilde. Ik had een romantisch beeld van de journalist die zich ergens helemaal in vastbijt en dan na maanden onderzoek met spraakmakende onthullingen komt. Ik ben toen naar de studieadviseur gestapt om te bespreken hoe ik daar het beste kon komen. Dankzij zijn advies werd ik ingeloot voor de master.

De kennis over taal en tekst die ik tijdens de bachelor had opgedaan, kwam natuurlijk van pas in de journalistiek. Maar met name mijn kennis van de wereld heb ik enorm verbreed. Als student journalistiek moet je namelijk elke dag je kranten lezen en je ook via radio, tv en internet op de hoogte houden van de ontwikkelingen op het wereldtoneel.

Voor de master liep ik stage bij RTV-Noord. Ik heb mij daar verdiept in radiojournalistiek en het leuke vond ik dat ik er vaak op uit mocht om radioreportages te maken. Na mijn stage wilden ze mij graag aannemen, maar dan zou ik ook producties moeten maken voor tv en internet. Dat zag ik niet zitten, omdat ik juist zo gegrepen was door de radiojournalistiek.

Ik wist niet wat ik wilde en nam opnieuw contact op met mijn studieadviseur. Zij wees mij op de mogelijkheid om de eenjarige lerarenopleiding te doen. Daar ben ik vol voor gegaan. Ik vond een heel leuke stageplek en ontwikkelde mij als docent, totdat het team van docenten Nederlands op mijn stageschool opnieuw werd ingericht. De begeleiding werd minder en uiteindelijk besloot ik met de opleiding te stoppen. Toen ik terug reed van mijn laatste dag op school en dacht: nu ben ik werkloos, werd ik gebeld door het secretariaat met de vraag of ik een dag in de week wilde meehelpen. En na een paar maanden op het secretariaat ben ik als studieadviseur begonnen.’

Wat doe je als studieadviseur?

‘Het korte antwoord: ik probeer studenten zo goed mogelijk door de studie heen te loodsen. Voor een deel wacht ik passief af tot studenten zich met vragen bij mij melden, en dat gebeurt vaak genoeg. Daarnaast houd ik studenten actief in de gaten, zeker de eerstejaars. Na een tentamenperiode kijk ik altijd wat voor cijfers ze halen en als ze dan bijvoorbeeld meerdere onvoldoendes hebben, dan nodig ik ze uit voor een babbeltje.

In alle mailwisselingen en gesprekken komt een breed scala aan onderwerpen voorbij, die je grofweg zou kunnen verdelen in drie categorieën. Op de eerste plaats zijn er feitelijke vragen over de studieplanning. Studenten hebben soms meerdere tentamens op hetzelfde moment of ze willen een master in de journalistiek volgen en zijn benieuwd welke vakken in de bachelor daar het beste op aansluiten. Of studenten doen een bestuursjaar en willen weten hoe ze hun vakken het beste kunnen inplannen. Daarnaast heb ik veel aandacht voor studentenwelzijn. Dan kun je bijvoorbeeld denken aan zwangerschap of ziekte, maar bijvoorbeeld ook mantelzorg en mentale gezondheid vallen daaronder. Ten slotte krijg ik nog weleens vragen over het studeren op zich: zo bespreek ik met studenten hoe ze een goede planning kunnen maken en hoe ze ter voorbereiding op een college of tentamen een tekst moeten bestuderen.’

Je bent inmiddels acht jaar studieadviseur. Hoe hebben de vragen zich in de loop der tijd ontwikkeld?

‘De aard van de vragen is niet zozeer veranderd, maar de verhouding is wel anders geworden. Waar ik mij eerst vooral bezighield met feitelijke vragen, zie ik de laatste jaren dat studentenwelzijn meer aandacht opeist. Daarnaast zie ik dat de vorm van de vragen zich heeft ontwikkeld. Voorheen vroegen studenten hoe ze het konden oplossen als ze meerdere tentamens tegelijkertijd hadden, tegenwoordig vragen ze vaker hoe ik dat op kan lossen. Ik moet natuurlijk heel voorzichtig zijn, maar ik denk weleens dat het te maken heeft met de coronacrisis. Leerlingen zijn destijds heel erg geholpen om maar hun middelbareschooldiploma te halen - en terecht! Ik denk weleens dat ze diezelfde hulp nu ook van de universiteit verwachten.’

Herken je jezelf in de studenten die je over de vloer krijgt? En helpt dat in je werk?

‘Ik ben niet alleen studieadviseur voor Nederlands, maar ook voor de bachelors en masters taalwetenschap en informatiekunde. Van de studenten die langskomen, herken ik mij wel het meest in de studenten Nederlands, met hen deel ik mijn passie voor taal en literatuur. Toen ik acht jaar geleden begon, had ik min of meer dezelfde leeftijd als de studenten die tegenover mij zaten; het leeftijdsverschil creëert tegenwoordig wel enige afstand. Dat maakt het soms lastiger om mij te verplaatsen in het leven van de student, al heeft het ook voordelen.

Ik probeer te onthouden dat ik het als student zelf ook niet allemaal op een rijtje had. Daardoor heb ik begrip voor allerlei vragen, bijvoorbeeld over het inschrijven voor vakken of tentamens, ook al heb ik het gevoel: dit is vragen naar de bekende weg. En dat begrip probeer ik ook wel mee te nemen in mijn reacties naar studenten.

Het voordeel is dat ik in de afgelopen jaren natuurlijk veel verhalen van studenten heb gehoord en soms laten studenten weten of ze iets aan mijn suggesties hebben. Al die verhalen in mijn achterhoofd helpen soms om boven de materie te staan en het overzicht te behouden. In dat opzicht hoop ik een steeds betere studieadviseur te worden.’

Welke tips uit je studietijd geef je mee aan huidige studenten?

‘Als er ergens een deur dicht valt, gaat er altijd elders een open. Ik begon met de minor communicatie, maar ben geswitcht naar de journalistiek. Nadat ik de master journalistiek had afgerond, ben ik mij gaan ontwikkelen als docent Nederlands. En toen dat het niet was, kon ik gelukkig terecht bij het secretariaat. Ik probeer studenten kortom mee te geven dat je niet voor altijd aan je keuzes vastzit.

Door een aantal keren van studierichting te switchen, heb ik er langer over gedaan dan vier jaar. Studenten die net als ik op hun keuze terugkomen of die door een andere reden vertraging oplopen, probeer ik daarin zo goed mogelijk te begeleiden, al is dat door het beleid uit Den Haag wel steeds lastiger.’

Welke lessen die je tijdens je studie hebt geleerd, pas je nu nog steeds toe in de praktijk?

‘Dan denk ik op de eerste plaats aan pragmatiek en meer in het bijzonder aan de maximes van Grice. Een van Grices maximes is die van relevantie. Als iemand in een gesprek een uiting doet, probeert hij altijd een relevante bijdrage te leveren. Het komt in gesprekken met studenten nog weleens voor dat ze iets zeggen waarvan ik denk: dit is toch helemaal niet relevant? Op zo’n moment schiet de maxime van relevantie door mijn hoofd. Ik realiseer mij dat de student het met een reden zegt en besluit door te vragen.

Aan de studie heb ik een goed gevoel voor tekstverzorging overgehouden. Een mail met een simpel verzoek om informatie handel ik vaak snel af, maar als het nauwer luistert, heb ik de vaardigheden opgedaan om een goede tekst in elkaar te zetten.

Het lezen van romans, verhalen en gedichten heeft mij gedrild in het opdoen van een dieper tekstbegrip. Tot op de dag van vandaag lees ik ontzettend veel. En door mij te verdiepen in andere levens, zorg ik ervoor dat ik mij goed kan blijven verplaatsen in de studenten die tegenover mij zitten.’

Heb je nog tips voor huidige studenten Nederlands die net als jij studieadviseur willen worden?

‘Als studieadviseur is het belangrijk dat je openstaat voor de ander, dat je goed kunt luisteren, dat je over goede conversatietechnieken beschikt. Daarnaast wil ik studenten adviseren om een paar student-assistentschappen te doen. Op die manier leren ze de weg binnen de faculteit en de universiteit goed kennen.’

Sjors van Ooij heeft zich tijdens zijn studie volop kunnen ontwikkelen. Vanuit zijn liefde voor de neerlandistiek heeft hij zich op de journalistiek gestort en heeft hij het onderwijs verkend. Hij is een paar keer teruggekomen op zijn keuzes om andere wegen in te slaan. En juist die reis heeft hem gevormd als studieadviseur. Met die ervaring in zijn achterzak richt hij zich nu op het individueel begeleiden van studenten.

Laatst gewijzigd:16 januari 2025 12:30