Nolda Tipping-Griffioen: Digitalisering is cruciaal voor de universiteit van de toekomst

Op 1 juli 2024 begon Nolda Tipping-Griffioen als algemeen directeur van het Centrum voor Informatie Technologie (CIT) en Chief Information Officer (CIO) van de Rijksuniversiteit Groningen. Inmiddels staat ze ruim een half jaar aan het roer van de universitaire IT-organisatie. Het begin van het jaar is een mooi moment om terug te kijken op de eerste periode en vooral vooruit te blikken op de toekomst. Waar staan we nu, welke onderwerpen worden belangrijk in de komende periode en wat zijn daarbij de uitdagingen?

Tipping-Griffioen kwam vorig jaar binnen op het moment dat de viering van het zestigjarig bestaan van de universitaire rekenfaciliteiten voor de deur stond: op 12 november 1964 werden de deuren van het toenmalige Rekencentrum van de universiteit officieel geopend. Het was de start van een ongekende ontwikkeling: in de afgelopen zestig jaar heeft de digitalisering op alle gebieden in de samenleving en dus ook bij de universiteit een grote vlucht genomen. Tipping-Griffioen: ‘Tijdens de lustrumviering in november stonden we samen met onder andere Hans Biemans van het CvB en Joost Frenken, decaan van de faculteit Science and Engineering, stil bij de enorme transformatie die de universiteit de afgelopen zestig jaar heeft ondergaan na de intrede van de eerste computers.’

Basisvoorziening en verbinder

De opkomst van bijvoorbeeld cloud computing en AI laat zien dat de ontwikkelingen in de toekomst alleen maar sneller zullen gaan. Inmiddels is IT een basisvoorziening geworden die medewerkers en studenten in staat stelt om uitstekende resultaten te behalen op het gebied van onderzoek, onderwijs en maatschappelijke impact. ‘Over de as van technologie is het mogelijk om de komende jaren steeds meer de verbinding op te zoeken met de regio, samenwerken met andere onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven in het Noorden’, aldus Tipping-Griffioen.

Veel creativiteit en passie

In het afgelopen jaar heeft Tipping-Griffioen het CIT ervaren als een organisatie waar veel diepgaande en diverse expertise aanwezig is, van High Performance Computing, AI, Large Language Models en visualisatie tot docentprofessionalisering en AV-diensten. ‘Het is een organisatie met veel bevlogen en zeer competente medewerkers en daar ben ik super trots op. Tijdens de lustrumweek was ik positief verrast wat de mensen hadden bedacht om te laten zien waar ze mee bezig zijn. En hoe ze daar dan vol enthousiasme over praten: zoveel creativiteit en passie. Dat vind ik mooi en dat geeft me veel energie.’

Tegelijkertijd ziet ze dat er nog stappen gemaakt kunnen worden, bijvoorbeeld door de teams nog beter samen te laten werken. ‘Ik wil graag met de organisatie werken aan nog meer verbinding over de teams en domeinen heen. Als we meer vanuit klantketens en een productdiensten-catalogus werken, schept dat ook meer duidelijkheid naar de klant toe. Het is mooi als het CIT hierdoor in de toekomst als een gelijkwaardige professionele partij wordt gezien. Aan de binnenkant mogen we op een groot aantal vlakken vertrouwen hebben in onszelf en richting de klant mogen we een gelijkwaardige partner zijn. Ik denk dat de ingrediënten daarvoor zeker aanwezig zijn, er zijn veel mensen die vooruit willen. Het is alleen nog een kwestie van de energie de goede kant op kanaliseren. Ik wil ook graag dat we naar de regio toe onze rol kunnen versterken. Ik zie kansen om nog meer in te zetten op samenwerking met organisaties zoals de Universiteit van het Noorden, Hanze, UMCG en NOM.'

Meer tijd voor innovatie

Het CIT is een organisatie met veel uiteenlopende expertise. ‘Op technisch gebied doen we het goed, maar we moeten bijvoorbeeld veel voorspelbaarder worden. Een kalender gebruiken voor vervangingstrajecten zodat we precies weten welke vervangingen er wanneer aankomen. Het moet eigenlijk wat saaier en voorspelbaarder worden zodat er meer tijd is voor innovatie. Dat kun je alleen maar doen met een betere verbinding over de teams heen waardoor je meer in control bent. En, heel belangrijk: dat creëert ook meer ruimte voor werkplezier en ontwikkeling.’

Ook het eigenaarschap rond producten en diensten kan volgens Tipping-Griffioen duidelijker worden belegd. ‘Als mensen meer ervaren dat ze eigenaar zijn en ervoor gaan staan dat het wordt geregeld, komen we denk ik een heel eind. Als managementteam willen we daarin een voorbeeldfunctie pakken. Het hebben van een gemeenschappelijke visie hoort daarbij, met een gemeenschappelijke jaarkalender met welke initiatieven de komende tijd opgepakt worden. Als we dat de komende tijd verder uitwerken, krijg je een enorme energie in de organisatie.’
Daarnaast heeft ze plannen voor het doorvoeren van een aantal concrete zaken. Zoals de ISO-Certificering en volwassenheid niveau 3. ‘Certificeringen en audits zijn niet het doel, maar het zijn de tekenen waaruit je kunt opmaken dat we volwassen aan het worden zijn. Het helpt richting je klanten om je serieus te nemen, dat ze weten dat het CIT een kwalitatief goede partij is. ’

Invulling CIO-rol

Wat betreft de RUG-brede strategievorming probeert Tipping-Griffioen het CIT en daarmee de technologie centraler te positioneren binnen de RUG. Dat is de invulling aan haar rol als Chief Information Officer (CIO) van de universiteit: de koers uitzetten met betrekking tot digitalisering en initiatieven verbinden op het gebied van AI en technologie. De presentatie over haar eerste honderd dagen die ze op verzoek van het College van Decanen gaf, past hier in. ‘Dit gaf mij de gelegenheid om belangrijke tech-onderwerpen onder de aandacht te brengen.’

Een ander voorbeeld is de besluitvorming rond een belangrijk project met een RUG-brede impact: de vervanging van de Universitaire Werkplek (UWP). ‘De Universiteitsraad heeft onlangs het projectvoorstel voor fase 1 van de nieuwe digitale werkplek goedgekeurd. Dat is een complex traject waar we de komende jaren mee te maken gaan krijgen. Vanuit University Services is onlangs ook een project gestart over de werkplek van de toekomst die gericht is op hybride werkplekken. Deze twee projecten die uit verschillende organisaties komen, zijn nu met elkaar verbonden. Dat is een goede ontwikkeling, ik vind het belangrijk om op de inhoud de samenwerking te zoeken. Ook met betrekking tot de ontwikkeling van data governance wordt samengewerkt met een aantal faculteiten, de Universiteitsbibliotheek en University Services. Er wordt gekeken vanuit het standpunt wat goed is voor de universiteit.’

Digitalisering meer dan een middel

In het komende jaar wordt het ontwikkelen van een digitaliseringsstrategie een belangrijk onderwerp. Heel veel universiteiten hebben al zo’n strategie. ‘Het plan is om digitalisering een integraal onderdeel te maken van de RUG-strategie en het instellingsplan. Daar horen ook governance en richtlijnen bij, om te prioriteren en ook bijvoorbeeld om zicht te houden op de compliance van AI-toepassingen. Hiermee is digitalisering meer dan alleen maar een middel, het is een instrument om de ambities van de universiteit te bereiken.

Tipping-Griffioen is optimistisch over de toekomst van de RUG. 'Digitalisering gaat bijdragen aan de bagage die we studenten mee willen geven als ze toetreden tot de arbeidsmarkt. Daarnaast gaat digitalisering de waarde in de regio vergroten. Het heeft misschien wat tijd nodig, maar ik ben een duurloper en ook op werkgebied kan ik voor de lange afstand gaan!’