Methode en participanten
Het onderzoek bestaat uit verschillende deelonderzoeken waarbij voornamelijk kwalitatieve methoden worden ingezet en zowel verbale als non-verbale data worden verzameld.
Verbale data
Er zullen ‘oral history’ interviews met ex-pleegkinderen uit verschillende tijdsperioden die slachtoffer waren van geweld worden gehouden. Hiermee willen we een beeld vormen van het geweld dat zich voordeed, de totstandkoming en instandhouding ervan en de impact op het leven als kind en nadien.
Tevens zullen er interviews worden gehouden met sleutelfiguren en pleegouders, om verder in kaart te brengen waaruit het geweld ten aanzien van pleegkinderen bestond en duidelijkheid te krijgen over de dynamieken en processen achter geweld.
Non-verbale data
In archieven van pleegzorginstellingen en centrale/regionale/private archieven verwachten we informatie te vinden die ons kan helpen antwoord te verschaffen op de drie hoofdvragen van het onderzoek. We gaan (steekproefsgewijs) dossiers bekijken uit de verschillende tijdsperiodes, alsook jaarverslagen, interne beleidsnota’s, nota’s omtrent professionalisering van medewerkers en pleegouders, enzovoort.
Verder gaan we officiële beleidsstukken bestuderen om beleid, visie en algemene pedagogische cultuur ten aanzien van pleegkinderen doorheen de tijd in beeld te brengen. We focussen in deze stukken expliciet op wat er wordt geschreven over geweld en aan geweld gerelateerde thema’s (bv. veiligheid, zorg, zelfbeschikking, autonomie) om zo te leren over de contextuele dimensie van het geweld dat zich voordeed ten aanzien van pleegkinderen. Verder zal de vakliteratuur worden bestudeerd en zal er ook een analyse worden gemaakt van incidenten van geweld die in de media werden gerapporteerd.
Laatst gewijzigd: | 20 juni 2024 08:07 |