Projectomschrijving
Eén op de vier jongvolwassenen voelt zich niet geliefd, één op de vijf voelt zich eenzaam, en één op de tien heeft geen goede vrienden. Hoe komt dit? CAPE onderzoekt hoe ervaringen met leeftijdsgenoten in de adolescentie, zoals vriendschappen en acceptatie, maar ook pesten en slachtofferschap, een impact hebben op ons sociaal leven als jongvolwassenen. Dit project bouwt voort op verschillende theoretische benaderingen, zoals sociale leertheorie en hechtingstheorie. CAPE is daarnaast in de unieke positie om continuïteit in ervaringen met leeftijdsgenoten door generaties heen te kunnen bestuderen. Dat betekent dat we onderzoeken of de ervaringen met leeftijdsgenoten van ouders die van hun kind beïnvloeden. Ouders die zelf veel zijn gepest, zijn bijvoorbeeld misschien ook alerter op de problemen van hun kinderen met interactie met leeftijdsgenoten en vriendschappen. Het kan ook zo zijn dat ouders en kinderen soortgelijke ervaringen met leeftijdsgenoten hebben, omdat ze dezelfde genetische aanleg delen. Voor dit deel van het project gebruikt CAPE data uit de TRacking Adolescents’ Individual Lives Survey (TRAILS). In TRAILS heeft een grote groep jongeren in het noorden van Nederland sinds ze 11 jaar oud zijn elke 2-3 jaar vragenlijsten ingevuld en tests gedaan. Zij zijn nu achter in de twintig, en sommige van hen hebben zelf kinderen. De intergenerationele versie van TRAILS, TRAILS NEXT, volgt deze families. In CAPE bestuderen we de eerste stappen van kinderen in de sociale wereld, en onderzoeken we welke rol de ouders hierin spelen.
CAPE wordt gefinancierd door een ERC Starting Grant, toegekend aan Tina Kretschmer in 2017.
Laatst gewijzigd: | 20 juni 2024 08:04 |