Anna Lichtwarck-Aschoff

In 1999 kwamen mijn man en ik vanuit Zuid-Duitsland naar Groningen om Psychologie te studeren. Ik studeerde af in ontwikkelingspsychologie en was vervolgens vijf jaar promovendus bij de faculteit. Na mijn promotie werkte ik
12 jaar als Universitair Docent Orthopedagogiek aan de Radboud Universiteit. Sinds 2021 ben ik terug bij de faculteit GMW, als hoogleraar Orthopedagogiek en voorzitter van de basiseenheid Orthopedagogiek 'Gedrag, Opvoeding en Kinderrechten'.

In deze functie begeleid ik studenten bij hun werkstuk/thesis en geef ik mastervakken. Ik ben betrokken bij verschillende onderzoeksprojecten: lokaal en praktijkgericht, maar ook nationaal en internationaal rondom meer fundamentele vraagstukken. Ik werk graag interdisciplinair en zoek samenwerking zowel binnen als buiten de faculteit. Daarnaast vertaal ik wetenschappelijke inzichten naar praktische oplossingen voor urgente problemen in de jeugdhulp. Binnen mijn basiseenheid probeer ik een veilige en inspirerende context te creëren waarin collega’s en studenten zichzelf kunnen zijn, hun behoeftes kunnen uitspreken en discussies kunnen voeren.

De werksfeer op de faculteit vind ik fijn. Op onze afdeling zie ik veel collega’s vanuit een diepe betrokkenheid en passie aan onderwijs en onderzoek werken: het gaat om de inhoud en niet om de ego’s. Als team werken we hard, met aandacht voor elkaar. Ondanks de soms hoge werkdruk ondersteunen we elkaar, door taken over te nemen waar nodig en elkaar te helpen om zaken te relativeren en grenzen te bewaken. Ik ben ook blij met mijn directie en decaan: ik voel dat ze zorgen serieus nemen en actief meedenken aan oplossingen.

Met ons werk hoop ik eraan bij te dragen dat we anders gaan denken over welzijn, psychologische problemen en de behandeling daarvan. We moeten af van hokjes, classificaties en groepsgemiddelden en meer oog hebben voor het complexe samenspel van het individu in zijn context en onderliggende processen en mechanismen van verandering. Dit vergt een andere manier van onderzoek doen: procesmatig, interdisciplinair en in nauwe samenwerking met de praktijk. Ook in de praktijk moeten we anders te werk gaan, waarbij we goed luisteren naar jeugdigen en gezinnen en de verkokering tussen professionals en organisaties doorbreken.