Skip to ContentSkip to Navigation

Metacognition in psychotic disorders

Promotie:Dhr. S. (Steven) de Jong
Wanneer:08 februari 2018
Aanvang:16:15
Promotors:prof. dr. G.H.M. (Marieke) Pijnenborg, prof. dr. A. Aleman, prof. dr. M. van der Gaag
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Gedrags- en Maatschappijwetenschappen
Metacognition in psychotic disorders

Psychotherapie gericht op metacognitieve vaardigheden bij psychose bemoedigend

Er zijn aanwijzingen dat psychotherapie mensen met een psychotische stoornis kan helpen om hun metacognitieve vaardigheden te verbeteren. Dit concludeert Steven de Jong in zijn promotieonderzoek. Voordat dit echt vastgesteld kan worden zal er nog  aanzienlijk meer onderzoek moeten worden gedaan.

Voor mensen met een psychotische stoornis is het kunnen denken over hun eigen gedachten en gevoelens en die van anderen (metacognitie) vaak lastig. Dit heeft zijn weerslag op het (interpersoonlijke) functioneren.

Het eerste deel van het proefschrift van Steven de Jong is gericht op verscheidene definities van metacognitie die worden gehanteerd en de daarbij behorende behandelingen, op verbanden tussen deze vaardigheden en de ervaring van werk, en risico op geweld. In het tweede deel van het proefschrift bespreekt hij onderzoek naar de effectiviteit van een nieuwe psychotherapie gericht op metacognitieve vaardigheden bij psychose.

Hij bespreekt eerst de behandeling van een enkele cliënt (case study), dan van een groep patiënten waarbij bemoedigende resultaten werden gevonden (pilot study), en vervolgens een groot onderzoek naar de effectiviteit van 40 sessies van de behandeling bij 35 patiënten vergeleken met 35 mensen die geen behandeling kregen. De resultaten zijn gematigd positief: direct na de behandeling wordt geen verschil gevonden tussen de groepen; beide groepen gaan vooruit op metacognitieve vaardigheden. In de controlegroep is dit effect echter 6 maanden later niet meer te vinden; zij zijn dan weer terug op het oude functioneren, terwijl de mensen die de behandeling hebben gekregen zich door bleven verbeteren.

Het onderzoek werd gefinancierd door Fonds NutsOhra, GGZ Drenthe, GGZ Friesland en Opleidingsinstituut PPO.