Skip to ContentSkip to Navigation

It's not rocket science

Developing pupils’ science talent in out-of-school science education for Primary Schools
Promotie:Mw. C.H. (Carla) Geveke
Wanneer:19 januari 2017
Aanvang:11:00
Promotor:prof. dr. P.L.C. van Geert
Copromotors:dr. H.W. (Henderien) Steenbeek, dr. J.M. Doornenbal
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Gedrags- en Maatschappijwetenschappen
It's not rocket science

Voorbereiding voorafgaand aan klassenbezoek aan science centers lokt wetenschapstalent van scholieren uit

Educatieve wetenschapsactiviteiten in externe leeromgevingen, zoals bezoekjes met de klas aan science centers, beogen wetenschapstalent van leerlingen te prikkelen. Wetenschapstalent komt tot uitdrukking in gedrag zoals nieuwsgierigheid en conceptueel denken. Doel van het promotieonderzoek van Carla Geveke was na te gaan of en hoe externe leeromgevingen bijdragen aan het uitlokken, ontluiken en ontwikkelen van wetenschapstalent van leerlingen.

De context is het Wetenschapsknooppunt Noord-Nederland (www.wknn.nl), een samenwerkingsverband van basisscholen, aanbieders van externe leeromgevingen, Rijksuniversiteit Groningen en Hanzehogeschool Groningen.

Geveke bestudeerde interviews over de startsituatie waaruit bleek dat een goede communicatie tussen scholen en de instellingen nodig is om doelen beter op elkaar af te stemmen. Vervolgens onderzocht ze het ontlokken en uitdrukken van wetenschapstalent tijdens de interacties tussen leerlingen en begeleider (leerkracht of educatief medewerker). Ze ontwikkelde daarvoor een codeersysteem dat de pedagogisch-didactische inhoudskennis meet die tot uitdrukking komt in de interactie (Expressed Pedagogical Content Knowledge: EPCK). Daarbij wordt een hoge mate van EPCK gekenmerkt door het uitlokken en uitdrukken van wetenschapstalent in de vorm van conceptueel denken van leerlingen.

De analyses van de interacties tonen aan dat een hoge mate van EPCK ontstaat en ontwikkelt in een complexe dynamische interactie waarin talentvol gedrag van leerlingen en talent-uitlokkend gedrag van de begeleider elkaar wederzijds bepalen. De interacties vertonen een variabel patroon waarin herhalende attractortoestanden in de vorm van talentmomenten kunnen ontstaan. Dergelijke talentmomenten ontstaan alleen bij bezoekjes die zijn voorbereid én waarbij de begeleider getraind is in het uitlokken van conceptueel denken. Onder deze condities kunnen externe leeromgevingen een bijdrage leveren aan ontluikend wetenschapstalent.

Carla Geveke deed haar promotieonderzoek als docent/onderzoeker van de Hanzehogeschool Groningen, Pedagogische Academie. Het werd gefinancierd door Platform Bètatechniek, KNAW, RUG en Hanzehogeschool.