Pathways of musical creativity
Promotie: | drs. L.H. (Linda) Hendriks, M |
Wanneer: | 13 februari 2025 |
Aanvang: | 12:45 |
Promotor: | prof. dr. P.L.C. van Geert |
Copromotors: | dr. H.W. (Henderien) Steenbeek, dr. E.H. Bisschop Boele |
Waar: | Academiegebouw RUG |
Faculteit: | Gedrags- en Maatschappijwetenschappen |
Het effect van creatieve autonomie in het muziekonderwijs op basisscholen
De muzikale creativiteit van leerlingen kan toenemen door een interventie met Video-Feedback Coaching voor basisschoolleerkrachten. Dat blijkt uit het promotieonderzoek van Linda Hendriks. De interventie bestaat uit de ondersteuning van de creatieve autonomie door leerlingen aan te moedigen en ruimte te geven voor persoonlijke keuzes en interesses. Dat betekent dat ze worden gestimuleerd om vanuit eigen motivatie zelfstandig te leren,. De resultaten zijn interessant, omdat er talrijke initiatieven en programma’s zijn geweest om het muziekonderwijs in Nederland naar een hoger niveau te tillen. Het blijkt dat veel leerkrachten in het primair onderwijs onzeker zijn over hun capaciteiten om muziekles te geven en dat muziekonderwijs op veel scholen nog geen volwaardige plek in het curriculum heeft. Ook is het niet altijd duidelijk wat leerkrachten precies doen met hun leerlingen in muzieklessen.
In de interventie kregen middenbouwleerkrachten muziek-pedagogische strategieën aangereikt om van een methode- en leerkrachtgestuurde stijl op te schuiven naar een leerlinggerichte en autonomie-ondersteunende benadering van interactie met leerlingen. Interactie in muzieklessen vindt niet alleen verbaal plaats, maar ook non-verbaal en muzikaal. Daarom zijn ook non-verbale aspecten van autonomie-ondersteuning in gebaar en beweging meegenomen.
Tijdens de interventie gebruikten leerkrachten meer een interactiestijl die leerlingen meer autonomie biedt en steunden ze minder op leerkrachtgestuurde strategieën zoals instructie en modelling. Hoewel voor verbale autonomieondersteuning een gunstig effect gevonden werd, bleken vooral de hogere niveaus van de non-verbale aspecten een grotere uitdaging voor leerkrachten. Leerlingen toonden meer originaliteit en variatie in hun creatief denken en handelen in de loop van de interventie. Hoewel leerlingen in meer dan de helft van de klassen een verschuiving naar muzikaal spel van complexere ritmische patronen lieten zien, bestond er op groepsniveau geen effect, vergeleken met de controlegroep. Een implicatie van deze bevindingen is dat de versterking van de interactie tussen leerkracht en leerlingen in muzieklessen op basisscholen en in lerarenopleidingen meer aandacht kan krijgen.
Het interventieonderzoek laat zien dat de kwaliteit van de interactie in de muzieklessen op de basisschool cruciaal is, aangezien leerkracht-leerling interactie het belangrijkste middel is om de groei van muzikale creativiteit te bevorderen. Tijdens de interventie ontwikkelden de meeste klassen nieuwe en effectievere interactiepatronen in de muziekles. In elke klas hadden deze interactiepatronen en hun ontwikkeling tijdens de interventie een heel eigen karakter.
Proefschrift: https://hdl.handle.net/(...)76-8c77-3650aa48ae08