Political education: the science of democratic citizenship education in the Netherlands and the United States (1920-2020)
Promotie: | Dhr. P.D. (Pieter) van Rees |
Wanneer: | 14 december 2023 |
Aanvang: | 14:30 |
Promotor: | prof. dr. J.J.H. (Jeroen) Dekker |
Copromotors: | dr. P.A. van der Ploeg, dr. S. Parlevliet |
Waar: | Academiegebouw RUG |
Faculteit: | Gedrags- en Maatschappijwetenschappen |
Politieke educatie: burgerschapsvorming in Nederland en de VS (1920-2020)
Het huidige onderwijsbeleid inzake burgerschapsvorming richt zich op het verbeteren van individuele burgerschapscompetenties van leerlingen. Onderzoeker Pieter van Rees toont aan dat dit echter onnodig beperkt blijft tot één soort onderwijs voor democratie en één soort onderwijswetenschap.
Ontwikkelingen in het onderwijs, de maatschappij en de politiek hebben sinds 1990 gezorgd voor meer aandacht voor democratische burgerschapsvorming op school. In veel landen (waaronder Nederland) wordt strenger onderwijsbeleid geformuleerd, vaak op basis van gestandaardiseerde toetsing van burgerschapskennis, vaardigheden en attituden. Maar wat geldt als ‘democratisch burgerschap’? Hoe moeten democratische waarden als vrijheid, gelijkheid en solidariteit worden geoperationaliseerd in het onderwijs? En wie mag daarover beslissen en op welk niveau en op welke gronden? Zodra het debat over burgerschapsvorming verder gaat dan goede intenties en abstracte ideeën vormt het een terrein voor politieke en onderwijswetenschappelijke strijd.
De recente ontwikkeling van ‘evidence-based’ burgerschapsonderwijs roept vragen op over democratisch burgerschap als onderwijsdoel en over de rol van de onderwijswetenschappen in het formuleren van onderwijsbeleid. Om de hedendaagse verstrengeling van onderwijswetenschap en –beleid inzake burgerschapsvorming beter te begrijpen en evalueren biedt het proefschrift een historisch en comparatief perspectief. Het onderzoekt hoe democratische burgerschapsvorming wetenschappelijk is onderzocht, in interactie met beleid en praktijk, in de Verenigde Staten en Nederland in de afgelopen honderd jaar.
De vier hoofdstukken bevatten analyses van theorieën en praktijken van democratische vorming op de experimentele scholen van Teachers College, New York tijdens het Interbellum; de opkomst en neergang van onderzoekstradities in het wetenschappelijke debat in Pedagogische Studiën sinds 1920; en de interactie tussen pedagogische en politieke discoursen in American Civics en Nederlandse Maatschappijleer boeken in de tweede helft van de twintigste eeuw.