Skip to ContentSkip to Navigation

Traditie in vernieuwing

Het opleiden van (geschiedenis)leraren: beleid en praktijk, 1963-1998
Promotie:Dhr. S.L. (Simon) van der Wal
Wanneer:30 november 2023
Aanvang:14:30
Promotors:prof. dr. J.J.H. (Jeroen) Dekker, prof. dr. H.T.A. (Hilda) Amsing
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Gedrags- en Maatschappijwetenschappen
Traditie in vernieuwing

De opleiding van (geschiedenis)leraren (1963-1998)

Het onderwijsbeleid wordt vormgegeven door bestuurders en mensen uit het werkveld. Welke belangen behartigden deze partijen en welke invloed hadden zij op het beleid en de hervorming van de opleidingspraktijk? Op deze vragen geeft het onderzoek van Simon van der Wal een antwoord.

Nederland kent een rijke traditie in onderwijsvernieuwing. De lerarenopleiding fungeerde daarbij steeds als breekijzer. Dat gebeurde ook bij de hervormingen van de Mammoetwet (1963). Zo vonden bewindslieden de aloude mo-opleiding te weinig praktijkgericht; deze had voor hen afgedaan. Bovendien stonden in het roerige politiek-maatschappelijke bestel van de jaren zestig en zeventig traditionele ideeën over opvoeden en onderwijs onder druk en probeerden progressieve politici en onderwijshervormers via onderwijs kansenongelijkheid te bestrijden. Er bestonden dan ook hoge verwachtingen ten aanzien van de onderwijsvernieuwing die een nieuwe lerarenopleiding, de nlo, teweeg moest brengen, bijvoorbeeld ten behoeve van de middenschool. De vraag was echter hoever de overheid kon gaan met ideologisch geladen onderwijsbeleid. Het bepalen van de koers ging dan ook niet zonder slag of stoot.

De strijd om vernieuwing, die nog altijd voortduurt, draait vooral om de vraag naar het soort op te leiden leraar, een breed inzetbare leraar-begeleider voor vakoverstijgend onderwijs met een accent op leren leren, dan wel een schoolvakspecialist die vakspecifieke kennis en vaardigheden overdraagt. Het proefschrift volgt deze strijd in de periode 1963-1998 voor de opleiding van geschiedenisleraren en richt zich op twee groepen: bestuurlijk-institutionele actoren, zoals parlementariërs, bewindslieden en directies van hogescholen en lerarenopleidingen, en professioneel bij de opleiding betrokken actoren, zoals pedagogen, onderwijskundigen, vakdidactici, vakdocenten en leraren in het voortgezet onderwijs. Opleiders, bestuurders en beleidsmakers die zich het hoofd breken over een dalend onderwijsniveau en het lerarentekort, kunnen er als ‘leergeschiedenis’ aanknopingspunten in vinden bij het zoeken naar oplossingen voor deze problemen.