Skip to ContentSkip to Navigation

Sexual and gender minority youth’s mental health and substance use

Disparities, mechanisms, and protective factors
Promotie:dr. W.J. (Wouter) Kiekens
Wanneer:19 september 2022
Aanvang:14:30
Promotor:prof. dr. D.R. (René) Veenstra
Copromotor:L. (Laura) Baams, PhD
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Gedrags- en Maatschappijwetenschappen
Sexual and gender minority youth’s mental health and
substance use

‘Doe niet zo gay’, twee derde LHBTQ+ jongeren ervaart wekelijks micro-agressie

Hoewel openlijk geweld tegen LHBTQ+ers in de afgelopen jaren is afgenomen, heeft ongeveer twee derde op wekelijkse basis met micro-agressie te maken, zo blijk uit het promotieonderzoek van socioloog Wouter Kiekens.

Niet onschuldig

Micro-agressie is een subtiele vorm van agressie die onschuldig lijkt, maar dat absoluut niet is, zo stelt socioloog Wouter Kiekens. “Een voorbeeld is iets wat je stom vindt ‘gay’ noemen. Ook al zijn zulke opmerkingen vaak niet kwaad bedoeld, ze dragen wel bij aan negatieve stereotypes, want de onderliggende boodschap is dat gay zijn iets slechts is.”

In zijn proefschrift onderzocht Kiekens micro-agressie tegen Nederlandse LHBTQ+ jongeren. Samen met zijn collega’s liet hij 500 jongeren in de leeftijdsgroep van 16 tot 25 jaar een vragenlijst invullen. Maar liefst 64% van de deelnemers aan het onderzoek bleek op wekelijkse basis micro-agressie te ervaren. In totaal werden er 16 verschillende soorten micro-agressie genoemd. De meest voorkomende vormen waren met minder respect behandeld worden en homo- en transfoob taalgebruik.

Depressie en middelengebruik

Deze zorgwekkende cijfers helpen volgens Kiekens om beter te begrijpen waarom LHBTQI+ jongeren vaker depressief zijn en meer verdovende middelen als marihuana gebruiken dan hun heteroseksuele en cisgender leeftijdsgenoten. “Micro-agressie als kleine, vaak onbedoelde, vorm van homofobie draagt niet bij aan het psychisch welzijn van jongeren. Het is belangrijk dat we ons bewust zijn dat ook deze ‘subtiele’ vormen van agressie schadelijk kunnen zijn.”

Acceptatie

Cijfers van het Sociaal en Cultureel Planbureau lieten recent zien dat opvattingen over LHBTQ+ mensen in de afgelopen jaren positiever zijn geworden. Kiekens ziet deze ontwikkeling ook. “Je ziet het ook aan gay prides, die worden al lang niet meer alleen in de hoofdstad gehouden maar vinden in het hele land plaats. Dat is een mooie ontwikkeling.” Toch zijn we er nog lang niet, denkt de socioloog. “Zolang deze toegenomen acceptatie niet doorvloeit in ons gedrag zullen LHBTQ+ jongeren achtergesteld blijven.”