Improving preclinical neuroscience research
Promotie: | T.P. (Tim) Ahuis |
Wanneer: | 28 januari 2025 |
Aanvang: | 12:45 |
Promotors: | prof. dr. M.J.H. (Martien) Kas, prof. dr. R.S. (Rampal) Etienne |
Copromotor: | dr. J. Nicholson |
Waar: | Academiegebouw RUG |
Faculteit: | Science and Engineering |
Hoe repliceerbaarheid de ontwikkeling van geneesmiddelen kan versnellen
In de afgelopen jaren is er meer aandacht gekomen voor het probleem van beperkte repliceerbaarheid in wetenschappelijk onderzoek. Repliceerbaarheid betekent dat een experiment onder dezelfde omstandigheden opnieuw uitgevoerd kan worden met dezelfde resultaten. Dit is cruciaal om de betrouwbaarheid van wetenschappelijk bewijs te waarborgen. Wanneer repliceerbaarheid laag is, kost het meer tijd om ontdekkingen te bevestigen en worden middelen inefficiënt gebruikt. Hoewel niet alle wetenschappers het bestaan van deze "replicatiecrisis" erkennen, zijn er financiële en ethische zorgen, vooral in biomedisch onderzoek, omdat dit de ontwikkeling van nieuwe behandelingen voor patiënten vertraagt en het gebruik van proefdieren verhoogt.
Het promotieonderzoek van Tim Ahuis benadrukt de uitdagingen in preklinisch onderzoek en pleit voor een cultuurverandering waarbij replicatiestudies net zo belangrijk zijn als nieuwe ontdekkingen. Door meer kwantitatieve metingen en een focus op datakwaliteit kunnen we betere en betrouwbaardere onderzoeksresultaten behalen, wat leidt tot een efficiënter gebruik van middelen en minder proefdieren.
Er zijn verschillende oorzaken voor de beperkte repliceerbaarheid, zoals onduidelijke rapportage, publicatiebias en suboptimale onderzoeksontwerpen. Een ander belangrijk aspect is de translatie, oftewel het overbrengen van resultaten van dierproeven naar mensen. Dit is vooral uitdagend in de neurowetenschappen, waar de oorzaken van aandoeningen vaak onbekend zijn en de modellen die worden gebruikt niet altijd representatief zijn voor menselijke ziekten. Een veelbelovende techniek voor het meten van hersenactiviteit is elektro-encefalografie (EEG). Deze methode is goedkoop, snel en niet-invasief, en kan goed worden toegepast op zowel dieren als mensen.
Onderzoek heeft aangetoond dat EEG-resultaten goed overeenkomen met klinische bevindingen bij Alzheimer-patiënten, wat de waarde van deze techniek onderstreept. Een studie binnen het EQIPD-consortium heeft aangetoond dat het harmoniseren van experimentele factoren en centrale data-analyse de variabiliteit tussen verschillende laboratoria kan verminderen. Dit is belangrijk voor het verbeteren van de vergelijkbaarheid van studies.
In dit promotieonderzoek wordt ook het gebruik van theta-gamma fase-amplitude koppeling (PAC) als biomarker onderzocht. Hoewel de verwachtingen niet altijd werden waargemaakt, zijn er aanwijzingen dat deze maatstaf nuttig kan zijn voor het meten van cognitieve functies.