Geschiedenis FRW: Geografie het eenmansbedrijf van professor Keuning
In 1948 begint de geschiedenis van wat nu de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen is. Hendrik Jacob Keuning wordt op 17 augustus, formeel ingaand per 1 oktober, benoemd tot hoogleraar economische en sociale geografie aan de nieuwe Faculteit Economische Wetenschappen. Op verzoek van het universiteitsbestuur start Keuning in 1950, twee jaar na zijn intrede in Groningen, en naast zijn bijvakcolleges voor economiestudenten, een zelfstandige opleiding sociale aardrijkskunde. Groningen krijgt zo de derde geografie-opleiding in Nederland, naast Utrecht en Amsterdam. Later volgen Nijmegen en de Vrije Universiteit in Amsterdam. De impuls voor de nieuwe opleiding komt vooral van de opleiding geschiedenis, die onderdeel is van de Faculteit der Letteren en Wijsbegeerte.
Daar ziet men mogelijkheden om de instroom van studenten te vergroten door studenten de mogelijkheid te bieden zowel leraar geschiedenis als leraar aardrijkskunde te worden. Keunings leeropdracht wordt uitgebreid door hem ook te benoemen in de faculteiten der Letteren en Wijsbegeerte en de Faculteit van Wis- en Natuurkunde. Dat laatste omdat nu ook ‘de Natuurkundige Aardrijkskunde en de Landbeschrijving’ onderdeel wordt van de leeropdracht. Fysische geografie is namelijk een wettelijk verplicht onderdeel van de opleiding Sociale Aardrijkskunde. De nieuwe opleiding wordt niet ondergebracht bij de Faculteit Economie, maar bij de ‘Verenigde Faculteiten van Wis- en Natuurkunde en Letteren en Wijsbegeerte’. Expliciet wordt ook meteen vastgesteld dat het doctoraal in de sociale aardrijkskunde toegang geeft tot de promotie in de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte, en dus niet in die van de Wis- en Natuurkunde of de Economie. Later wordt dat versoepeld en kunnen Egbert Wever (1974), Willem Jan van den Bremen(1977) en Piet Pellenbarg(1985) promoveren aan de Economische Faculteit.
In het eerste jaar van de opleiding staan er nog maar 6 studenten ingeschreven, maar vijf jaar later zijn het er al 58. Toch functioneert de opleiding voor wat het hoofdvak sociale geografie betreft nog steeds als eenmansbedrijf. Sinds 1952 neemt Willem Frederik Hermans weliswaar het onderwijs in de fysische geografie voor zijn rekening, eerst als medewerker, en vanaf 1958 als lector, maar Keuning mag pas in 1957 een eerste voltijdse medewerker voor sociale geografie aantrekken.
De herinnering aan Keuning als één van de groten uit zijn tijd is er niet minder om, en wordt behalve door zijn wetenschappelijke werk ook bepaald door de grote waardering voor zijn persoonlijkheid. In de persoonlijke omgang op de subfaculteit is hij de bescheidenheid zelve. Zijn reserves jegens sommige deelterreinen en benaderingen in het vakgebied leiden bij hem nooit tot het dwarsbomen van collega´s of het blokkeren van nieuwe ontwikkelingen. Hij staat bijvoorbeeld sceptisch tegenover zowel de planologie, die hij als te weinig wetenschappelijk en te veel op toepassing gericht beschouwt, als tegen de eind jaren zestig opkomende kwantitatieve methoden en technieken van onderzoek. Maar dat belemmert hem niet om nieuwe leerstoelen aan te vragen voor hoogleraren die juist op planologie en methoden van onderzoek zijn gericht. Ze zullen bezet gaan worden door Gerrit Jan van den Bergen Piet Lukkes . En hoewel hij de bevolkingsgeografie niet als een zelfstandig specialisme ziet, trekt hij ook een in de demografie gespecialiseerde medewerker aan (Hans Zwart). Met zijn ruimhartige en vernieuwende geest legt hij zodoende de fundamenten voor de groei van de latere Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen.
Eén van de belangrijkste elementen van Keunings erfenis is dan ook dat hij altijd heeft gestaan voor een brede opvatting van de geografische wetenschap. In het geografische huis van Keuning zijn vele kamers. Kamers met ieder een eigen inrichting, maar bij elkaar een thuis voor iedereen die geïnteresseerd is in ruimtelijke ontwikkelingen. De uiteindelijke naam van de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen zou Keuning dan ook op het lijf geschreven zijn geweest.
Het boek 'Keunings Erfenis - Beelden uit de geschiedenis van de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen' is geschreven door emeritus hoogleraar Piet Pellenbarg en geeft de geschiedenis weer van de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen. Een bewogen geschiedenis, een mooie geschiedenis, en één vol met herinneringen. Het beslaat de periode van 1948, waarin de benoeming plaats vindt van dr. Henk Keuning tot hoogleraar economische en sociale geografie, tot het jaar 2018, afsluitend met een doorkijk naar de hedendaagse Faculteit.
Dit is de eerste in een reeks van zes publicaties over het boek 'Keunings Erfenis' die om de week op de website van de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen geplaatst zullen worden.
Laatst gewijzigd: | 25 februari 2020 13:22 |
Meer nieuws
-
22 oktober 2024
De dreigende kloof op het platteland
Het valt wel mee met de veronderstelde kloof tussen stad en platteland, vindt Felix Pot. ‘Er dreigt eerder een kloof óp het platteland: tussen autobezitters en mensen die niet over eigen vervoer beschikken.'
-
25 september 2024
Slimme energietransitie vraagt om inclusieve aanpak
RUG-wetenschapper Christian Zuidema vertelt over hoe we samen kunnen overstappen naar een duurzame samenleving. Een slimme transitie vraagt om een betere verdeling van de voor- en nadelen, betoogt hij.
-
22 augustus 2024
NWO kent subsidie toe aan groot onderzoek naar relatie tussen platteland en stad
De relaties tussen platteland en stad zijn afgelopen jaren onder druk komen te staan en vragen om toekomstbestendige ruimtelijke oplossingen. Daarom onderzoekt het Fertile Soils project, waarin 10 kennisinstituten en 30 praktijkpartners...