Alumni

Miranda Lahuis

Ik heb van 2013 tot en met 2019 aan de faculteit Wijsbegeerte gestudeerd. Eerst heb ik hier de bachelor afgerond en toen de eenjarige master Filosofie en Maatschappij. De bacheloropleiding was een brede opleiding in de geschiedenis van de filosofie en allerlei andere vakgebieden met fijne enthousiaste leraren. Ondanks de breedte van de opleiding (onder andere: geschiedenis, ethiek, logica, wetenschapsleer, sociale en politieke filosofie) werden we ook goed meegenomen in de diepte van al deze gebieden. 

De hoor- en werkcolleges waren interessant en er sloten ook altijd veel mensen aan, soms ook van andere opleidingen. Van hen konden we dan als filosofiestudent ook weer leren. 

De kernvaardigheden die ik opgedaan heb zijn voornamelijk kritisch denken, helder schrijven en argumenteren, complexe zaken kunnen analyseren en de werkelijkheid op je eigen manier bestuderen door overstijgend te denken.

Bij de masteropleiding, die zich focust op het bijdragen als filosoof aan het publieke debat, kwam voor mij alles mooi samen in een stage als redacteur bij Stichting Noorderbreedte. Ik kon hier stukken schrijven voor het blad en mensen interviewen en op die manier mijn bijdrage leveren aan bepaalde maatschappelijke vraagstukken.  

Bij mijn huidige werk als webmaster voor een gemeente kan ik de opgedane vaardigheden ook goed gebruiken. Het belang van bepaalde wetten en eisen die aan websites gesteld worden overbrengen op collega’s is met deze basis makkelijker geworden. Maar ook heb ik met de bachelor en de master mijn eigen denken leren structureren. Daarmee kan ik alles wat ik tegenkom goed analyseren, een vaardigheid die eigenlijk overal wel van pas komt.

Jesse Tangerman

In 2019 ben ik begonnen aan mijn bachelor Wijsbegeerte en in 2022 aan de master Filosofie en Maatschappij, al geloof ik dat dit nu is ondergebracht bij de reguliere master. In augustus 2023 heb ik ook deze behaald. In september 2024 ben ik begonnen als beleidsmedewerker bij de gemeente Groningen.

Ik wist gedurende mijn opleiding dat ik graag in een publieke functie terecht wilde komen. Dit heeft mijn masterkeuze beïnvloed. Filosofie en Maatschappij stelde een langdurige stage verplicht, en dit leek me best handig mocht ik ergens een baan willen vinden. Zo was er naast bijbaantjes iets om naar te wijzen als (semi-)professionele ervaring was best prettig.

Het is lastig om specifieke filosofische vakgebieden te koppelen aan mijn werk, ik kom alles wel tegen, alleen veel minder rigide dan in de academische wereld. De gemeente opereert op het snijveld tussen pragmatiek en idealen. Dus ik ben vaak bezig met het afwegen van verschillende belangen. De idealen van de politiek en de pragmatiek van de uitvoering. Ik merk dat mijn filosofische achtergrond hier met name bij helpt. Omdat we publiekelijke verantwoording dienen af te dragen is interne consistentie erg belangrijk, ik heb sterk het gevoel dat een filosofische blik hierbij helpt. Het openbreken van problemen en alle losse elementen toetsen aan wat we er al eens eerder over gezegd hebben. De filosofie heeft mij ook geholpen in abstract leren denken. Het heeft niet altijd zo z’n toepassing, maar het kan helpen om het grote plaatje in beeld te houden.

Desalniettemin zijn er toch een boel concrete filosofische vragen waar ik mij dagelijks mee bezig houdt. Inwonerparticipatie in een representatief democratisch bestel, de noden en rechten van bijzondere woonvormen, en de gemeentelijke verplichtingen jegens de natuur om er maar een paar te noemen.

Ymko Braaksma

Bij Wijsbegeerte heb ik achtereenvolgens de bachelor filosofie van een bepaald wetenschapsgebied (2013-14), de onderzoeksmaster (2014-16) en een promotietraject (2016-22) gedaan. Ik richtte mij op de vakgebieden geschiedenis van de filosofie en geschiedfilosofie.

Eén van de vragen waar ik mij gedurende deze hele periode mee bezighield was: ‘Is het mogelijk om te leren van het verleden en, zo ja, hoe dan?’ De kennis die ik als gevolg daarvan heb opgedaan komt goed van pas bij mijn huidige werk voor Planbureau Fryslân. Daar help ik overheidsorganisaties om te leren van de uitvoering van hun eigen beleid. Bovendien ben ik bij het planbureau verantwoordelijk voor het doorontwikkelen van de methode van de lerende beleidsevaluatie. Hiervoor gebruik ik onder andere het werk van de filosofen John Dewey (1859-1952), R.G. Collingwood (1889-1943) en Frank Ankersmit (1945- ).

Daarnaast heb ik tijdens mijn studies een aantal vaardigheden ontwikkeld die ik vrijwel dagelijks kan toepassen. Voor de hand liggen zaken als kritisch denken, het nauwkeurig lezen en analyseren van teksten, en het mij kunnen verplaatsen in andere denkbeelden.

Maar het meest waardevol is vermoedelijk het kunnen denken in grotere verbanden. De filosofen die ik tijdens mijn studie heb bestudeerd waren vaak systeemdenkers: zij richtten zich op het hele spectrum van de filosofie, van metafysica tot ethiek en politieke filosofie, en bezagen die domeinen in samenhang. Om deze filosofen te begrijpen moest ik op een vergelijkbare manier gaan denken.

Een vaardigheid die goed van pas komt bij Planbureau Fryslân. In overheidsbeleid komen namelijk vaak ook meerdere domeinen samen - zoals economie, fysieke ruimte en sociale leefomgeving - die allemaal op elkaar inwerken. Bovendien ontplooien verschillende actoren, van burgers tot ondernemers en overheden, activiteiten die zich tot de domeinen en elkaar verhouden. Mijn filosofische opleiding helpt me om door de bomen het bos te blijven zien.

Job de Grefte

With great expectations, I arrived at the Faculty of Philosophy in 2007. I had taken the propaedeutic year of the study Business Administration at the Faculty of Economics and Business and was looking very much forward to some more abstract material. I was not disappointed. The faculty of philosophy is a small and friendly place of high-quality thinking. I remember fondly the general introduction course that gave students a ‘taster’ of many subjects later to be developed in the program. Overall, the Philosophy BA program offered a comprehensive and well-rounded introduction to the main fields and styles of philosophy, laying a solid foundation for my eventual specialization during my master’s studies.

It was fun too; it made me enthusiastic enough to apply for the Research Master (at the same Faculty of Philosophy), and focus only on philosophy after I completed my degrees in Philosophy and Business Administration. The RM program was even more fun, as it allowed for close contact with and supervision by staff, and encouraged a term abroad (in my case, St. Andrews). It prepared me well for an academic career, culminating in a thesis a version of which would ultimately be published in a good journal.

After the RM, I continued at the faculty as a PhD candidate. Here, the support and contact with staff intensified even more, and the line between being a student and being a staff member blurred considerably. I was given opportunities to teach and help with manuscript and grant preparation. These experiences were crucial for my career trajectory: first as a lecturer at the Faculty of Philosophy, and now as an assistant professor at the Faculty of Economics and Business.