Europees subsidiebeleid voor mkb’ers leidt tot verspilling Nederlands innovatietalent
Datum: | 31 maart 2017 |
Met relatief veel succesvolle aanvragen is het Nederlandse mkb sterk vertegenwoordigd binnen het Europese subsidieprogramma ‘SME instrument’. Tegelijkertijd vormt een gebrek aan financiering binnen dat innovatieprogramma een groot risico voor Nederlandse mkb’ers. Meer dan 50% van de Nederlandse ondernemers die na een geslaagd project in de eerste fase van het programma een hoogstaande aanvraag deed voor nieuwe financiering, werd door een gebrek aan uit te keren subsidiegelden met een troostprijs afgescheept. Hun aanvraag werd gehonoreerd met het kwaliteitslabel ‘seal of excellence’, maar zij grepen naast financiering. Op die manier leidt het mkb-instrument leidt tot verspilling van Nederlands innovatietalent, concludeert prof.dr. Dries Faems, hoogleraar Innovatie en Organisatie aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Faems analyseerde samen met collega’s van de Scuola Superiore Sant’Anna de participatie en het succes van het Nederlandse mkb in dit Europese financieringsprogramma. Faems bepleit een betere afstemming tussen mkb-financieringsinstrumenten op Europees, nationaal en regionaal niveau. ‘Nederlandse bedrijven die ondanks een uitstekende beoordeling buiten de boot vallen in de tweede fase van het ‘SME instrument’ zouden bijvoorbeeld op een administratief snelle en eenvoudige manier financiering moeten kunnen krijgen uit gelijkwaardige financieringsinstrumenten op nationaal of regionaal niveau’, stelt Faems. ‘Daar lijkt een belangrijke taak weggelegd voor Nederlandse instanties die zich binnen de landsgrenzen bezighouden met het stimuleren van innovatie in het Nederlandse mkb, zoals het ministerie van Economische Zaken.’
SME instrument
Als onderdeel van het innovatieprogramma Horizon2020 heeft de Europese Commissie in 2013 het SME instrument gelanceerd. Doel van de maatregel is om middelgrote en kleine bedrijven (mkb) in Europa meer financiering te bieden voor innovatieprojecten die zich in de initiële ontwikkelingsfase bevinden en waarvoor het moeilijk is om alternatieve financieringsbronnen te vinden. Binnen het SME instrument kunnen ondernemers financiering aanvragen voor concept- en haalbaarheidsstudies (Fase 1) en demonstratie- en markttoepassingsprojecten (Fase 2). Faems en zijn collega’s analyseerden de Nederlandse deelname aan het programma op basis van publiek beschikbare data van EASME, de instantie die de subsidiemaatregel coördineert.
Goed vertegenwoordigd
‘Het goede nieuws is dat het Nederlandse mkb goed vertegenwoordigd is binnen het SME instrument’, concludeert Faems. ‘Het Nederlandse mkb is relatief actief in het aanvragen en winnen van subsidies. Zo staat Nederland na de grote landen (Spanje, Frankrijk, Italië, Duitsland en Groot-Brittannië) op een zesde plaats wat betreft het aantal winnende projecten.’
Groot risico
De keerzijde is dat Nederlandse mkb-bedrijven binnen het programma een groot risico lopen, stelt Faems. ‘Uit onze analyses blijkt dat ondernemers soms succesvol een Fase 1-project doorlopen, vervolgens een aanvraag doen voor een fase 2-project die door evaluatoren als hoogstaand wordt beoordeeld, maar uiteindelijk toch geen financiering krijgen vanwege de beperkte middelen die binnen het SME instrument aanwezig zijn. Deze bedrijven krijgen als troostprijs een ‘seal of excellence’ maar blijven financieel verweesd achter. Potentiële innovatiediamanten worden met een kluitje het riet in gestuurd.’
Behoefte aan afstemming
‘Ook binnen Nederland bestaan er (zowel nationaal als regionaal) een heleboel instrumenten die mkb-bedrijven de mogelijkheid bieden om innovatieprojecten te financieren. Deze instrumenten hebben echter elk hun eigen complexe aanvraagprocedure. Met andere woorden: er is geen afstemming tussen het SME instrument en de mkb-instrumenten op nationaal en regionaal niveau binnen Nederland’, zegt Faems.
Hij pleit daarom voor een betere coördinatie tussen het Europese SME instrument en Nederlandse mkb-regelingen. ‘Nederlandse bedrijven die op basis van een Fase 2-aanvraag bij het SME instrument een ‘seal of excellence’ hebben gekregen, maar geen financiering, moeten op een administratief snelle en eenvoudige manier subsidie kunnen krijgen uit gelijkwaardige financieringsinstrumenten op nationaal of regionaal niveau’, stelt Faems voor. ‘Op die manier wordt het risico verkleind dat hoogwaardige innovatie-ideeën van Nederlandse mkb-bedrijven onvoldoende financiering vinden. Tegelijkertijd zal dat model het voor ondernemers ook veel aantrekkelijker maken daadwerkelijk een aanvraag in te dienen voor het SME instrument. Dat kan de zichtbaarheid van het Nederlandse mkb op Europees niveau alleen maar ten goede komen.’
Meer informatie
- Contact: Dries Faems
- Download het volledige Vinci-rapport: Analyse van deelname Nederlandse mkb-bedrijven in Horizon2020 SME Instrument