Contrast en buisspanning
Bovenstaande figuur toont de transmissie van röntgenstraling door gips voor buisspanningen van 50 kV, 70 kV en 90 kV. Gips is calciumsulfaat, een stof die chemisch nauw verwant is aan calciumfosfaat, waaruit bot en tandglazuur zijn opgebouwd. De bitewing-opname is van een hypothetische kies van gips met een diameter van 10 mm. Te zien is dat 70 kV de optimale buisspanning is. Bij een buisspanning van 90 kV is het contrast onvoldoende, en bij een buisspanning van 50 kV is het daarentegen te groot
Contrast hangt af van het verschil tussen de maximale en de minimale zwarting in een röntgenafbeelding. De maximale zwarting treedt daar op waar de dikte van het afgebeelde object 0 en dus de transmissie 1 is. De minimale zwarting krijg je daar waar het afgebeelde object de maximale dikte heeft: in dit geval is dat 10 mm, waarvoor de transmissie 0,45 is (zie middelste curve in de figuur).
Bij een tien jaar oud kind zijn alle afmetingen, dus ook die van tanden en kiezen, zo'n 30% kleiner dan die van een volwassene: de maximale dikte van het object is dan niet 10 mm, maar slechts 7 mm. Voor een goede opname moet de buisspanning in dit geval zo worden gekozen dat de transmissie de optimale waarde 0,45 heeft bij een dikte van 7 mm. Een buisspanning van 50 kV voldoet aan deze voorwaarde (zie onderste curve in de figuur).
Voor een optimale opname moet daarom bij kinderen voor een kleinere buisspanning worden gekozen dan bij volwassenen. Door zijn vakkennis behoort de tandarts te weten wat de meest gunstige buisspanning is.
Laatst gewijzigd: | 12 november 2020 12:35 |