Foto-elektrisch effect
Het foto-elektrisch effect is de emissie van een elektron uit een materiaal veroorzaakt door elektromagnetische straling (licht). Het elektron wordt alleen losgemaakt wanneer het licht een bepaalde frequentie overschrijdt, ongeacht de intensiteit van het licht of de duur van de blootstelling.
Geschiedenis
In 1839 ontdekte de Franse natuurkundige Alexandre Edmond Becquerel (1820 – 1891) het fotovoltaïsche effect. In 1887 observeerde de Duitse natuurkundige Heinrich Rudolf Hertz (1857 – 1894) het foto-elektrisch effect, terwijl hij experimenteerde met elektromagnetische golven. In 1897 concludeerde de Engelse natuurkundige Joseph John Thomson (1856 – 1940) dat de uitgezonden deeltjes elektronen waren.
De observatie dat de energie van individuele uitgezonden elektronen onafhankelijk was van de lichtintensiteit leek in tegenspraak met de golftheorie van licht van de Schots wis- en natuurkundige James Clerk Maxwell (1831 – 1879), die voorspelde dat de elektronenergie evenredig zou zijn met de stralingsintensiteit.
In 1900 suggereerde de Duitse natuurkundige Max Karl Ernst Ludwig Planck (1858 – 1947) dat de energie van elektromagnetische golven alleen kon worden vrijgegeven in pakketjes energie. In 1905 verklaarde de Duitse natuurkundige Albert Einstein (1879 – 1955) de experimentele gegevens van het foto-elektrisch effect door de hypothese naar voren te brengen dat lichtenergie wordt gedragen in discrete, gequantiseerde pakketjes en dat de energie (E) van elk quantum gelijk was aan de lichtfrequentie (ν) vermenigvuldigd met een constante (h), die later bekend zou worden als de constante van Planck:
E = h ν
Gerelateerde begrippen
Laatst gewijzigd: | 11 april 2024 15:22 |