In het project ADAPNER wordt onderzocht hoe je die ecologische en logistieke problemen door een systeemverandering in onderlinge samenhang kunt oplossen. Qua logistiek halen we inspiratie uit 4C concept (Cross Chain Collaboration Centre) door vervoersstromen te bundelen. We gaan na, waar kansen liggen op technisch en organisatorisch gebied, en analyseren de duurzaamheid, en de groei (aanpassing en ontwikkeling) van zo’n systeem.
Dat doet de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) samen met projectpartners Holthausen B.V (transport van gas in cilinders), Gasunie (beheerder gaspijpleidingnet) en Gasterra (handelt in aardgas).
Projectleider Hans Wortmann: “Een boerderij heeft veel, vooral regionale, aan- en afvoerstromen naast biomassa en biogas (denk aan melk, vee, veevoer, gewassen). Die transporten zijn nu niet gebundeld. Stel nu dat je dat wel zou kunnen doen, dat vrachtwagens bijvoorbeeld zowel op de heenweg als de terugweg beladen zijn. Als boeren, transporteurs en andere partners in de keten gaan samenwerken zou je een robuust en flexibel regionaal logistiek netwerk op moeten kunnen zetten. Bij zulke scenario’s moet men natuurlijk ook naar mogelijke veranderingen in productie procesen en naar de ecologische gevolgen kijken. Gelukkig hebben wij in dit project veel van de benodigde kennis beschikbaar.”
Aan de hand van de data die de projectpartners aanleveren, dus met informatie uit de praktijk, wordt eerst gekeken waar de kansen voor zo’n netwerk liggen zowel op technologisch als organisatorisch vlak. Wortmann: “Welke markten kun je aanboren? Welke bedrijven zouden door samenwerken hun marges kunnen vergroten? Denk aan de gasflessen, die worden nauwelijks nog gebruikt in Nederland. Maar met nieuwe technologie kunnen we die veel groter maken, zodat je nog maar een paar keer per jaar hoeft te leveren, daarmee verlaag je de transportkosten aanzienlijk. Dat is interessant voor consumenten die groene energie willen. We gaan dit idee ook onderzoeken in het concept ‘Farmersgas’. Daarin levert een lokale boer biogas aan de lokale gemeenschap voor verwarming en koken.”
Het project onderzoekt langs verschillende wegen, i.h.b. met simulatiemodellen, nog meer nieuwe business concepten.
BioHub en BioPower
Een tweede voorbeeld is ‘BioHub’. Stel dat het biogas van de verschillende boeren in een regio getransporteerd kan worden naar de ‘BioHub’, bijvoorbeeld bij een afvalverwerkingsbedrijf, waar het biogas vervolgens opgewerkt wordt tot een goed bruikbaar product ‘groen gas’. Dat zou voor de boeren een hele hoop schelen, omdat ze dan niet ieder apart in zo’n opwerkingsinstallatie hoeven te investeren. De boer zou zijn biogas dan moeten kunnen opslaan in een grote gascilinder, die eens in de zoveel tijd, als hij vol is wordt opgehaald en vervangen door een lege. De gascilinders zouden eigendom kunnen zijn van logistiekdienstverleners, gespecialiseerd in gasvervoer, zoals Holthausen.
Een derde voorbeeld is ‘BioPower’. Wortmann: “Als we de logistieke kosten weten terug te dringen en biogas rendabel wordt, dan neemt het misschien wel een vlucht. Het is niet voor niets dan Friesland Campina wil investeren in 1000 nieuwe biogasinstallaties. Op dat moment kun je ook gaan denken aan export of vervoer van biogas over langere afstanden.
Formeel project afgesloten per 31 juli 2020 na publicatie van ADAPNER-rapport.