Een compleet lege flat
Juni 1990. Net 18 jaar, vwo-diploma vers op zak, aangemeld voor Nederlandse Taal en Letterkunde in Groningen. Nu nog een kamer! Ik woonde in Drachten, maar had begin 6e klas thuis al triomfantelijk verkondigd dat ik na het eindexamen “zeker op kamers ging”. Kennelijk vonden mijn ouders dat ik het dan ook zelf maar moest regelen. Met de bus ging ik in mijn up naar Groningen. Bestemming: Stichting Studentenhuisvesting, oftewel SSH. Op mijn vraag daar of er misschien ook kamers beschikbaar waren, volgde tot mijn verrassing een volmondig ‘ja’. Er was net een studentenflat, Selwerd II, volledig opgeknapt. Zo’n driehonderd kamers wachtten op nieuwe bewoners. Of me dat wat leek? Ongezien zei ik natuurlijk ja! Geen idee waar Selwerd lag, ik kende alleen het centrum. Naar welke verdieping mijn voorkeur uitging? Een plattegrond van de flat werd uitgevouwen. Jee, nou, de zesde? Net boven het midden, niet te hoog, niet te laag. Welke kant, Noord of Zuid? Euh, doe maar Noord. En welke kamer? De keuze viel op de net iets grotere kamers aan de voorkant en een beetje halverwege de gang. Na wat formaliteiten - waarvan ik me weinig herinner - was ik de trotse bezitter van een sleutelset van Esdoornlaan 622. Ik kon de kamer meteen wel bekijken, hij was immers nu ‘van mij’. Een stadsdienst bracht mij het centrum uit, langs station Groningen-Noord en richting de compleet lege flat. Via de hal met postvakjes, door de deur naar de lift. Ik zag de verdiepingen door het smalle hoge ruitje aan me voorbij trekken tot hij vrij abrupt tot stilstand kwam. De lift uit naar links: afdeling 6-Noord. Nadat ik de deur van de afdeling had geopend zag ik een lange, kale gang. Meteen rechts de nog lege GK (niet dat ik die term toen al kende) en een grote keuken met twee aaneen geplaatste aanrechtblokken. Op naar mijn kamer. Toch wel erg spannend. Ik opende de deur en zag een bijna vierkante ruimte met over de breedte van een zijde een groot raam. Twaalf vierkante meter leek leeg eigenlijk best wel klein. Maar: het waren wel mijn vierkante meters! Ik denk dat ik de deur achter me heb dichtgedaan. En dat ik voor het raam ben gaan staan. Op mijn 18e was ik nog nooit in een flat geweest en nu ging ik er wonen! Wauw. Ik ben daarna weer naar huis gegaan. Met de bus. In mijn eentje. Pas thuis kon ik vertellen over mijn kamer (hoe anders zou dat vandaag de dag zijn gegaan). Ik geloof dat mijn ouders wel onder de indruk waren. Of stomverbaasd. Of geschrokken. Ik weet het eigenlijk niet meer goed. Maar Selwerd bleek een goede keus. In september 1990 meteen 14 vrienden in mijn nieuwe woonplaats. Ganggenoten om mee te eten en om mee naar de flatbar en de Poelestraat te gaan. Bijna twee jaar heb ik er gewoond, waarna een rondgang langs andere kamers begon. Steeds groter, steeds dichter bij het centrum. Maar nooit ben ik mijn eerste kamer vergeten en nooit heb ik spijt gehad van die wellicht wat naïeve ‘ja’ tegen het aanbod van de SSH.
Drs. Berber van Oyen-Peenstra, Nederlandse Taal en Letterkunde, 1990-1995
Laatst gewijzigd: | 09 oktober 2019 12:30 |