New insights into the pathophysiology and evaluation of fecal incontinence
Promotie: | Mw. M.M. (Maxime) van Meegdenburg |
Wanneer: | 05 september 2018 |
Aanvang: | 11:00 |
Promotor: | prof. dr. E. (Erik) Heineman |
Copromotor: | dr. P.M.A. Broens |
Waar: | Academiegebouw RUG |
Faculteit: | Medische Wetenschappen / UMCG |
Nieuwe inzichten in onderliggende oorzaken en diagnostiek van fecale incontinentie
Bijna acht procent van de Nederlanders heeft er last van, maar je hoort er bijna nooit iets over: fecale incontinentie, het niet goed kunnen ophouden van de ontlasting. Het werkelijke percentage ligt misschien zelfs hoger, want uit schaamte delen veel mensen hun klachten niet met naasten of met artsen. De cijfers komen uit het proefschrift van Maxime van Meegdenburg. Zij ontwikkelde onder andere een nieuwe vragenlijst waarmee onderliggende oorzaken van fecale incontinentie beter kunnen worden opgespoord.
Van Meegdenburg startte haar studie met een vragenlijstonderzoek. Daarin was ook aandacht voor de relatie tussen fecale incontinentie en obstipatie. Dit onderzoek liet niet alleen zien dat bijna acht procent van de Nederlanders regelmatig last heeft van ongewild ontlastingsverlies, maar ook dat zo’n vier procent klachten heeft van fecale incontinentie én obstipatie. Zij concludeert dan ook dat obstipatie een risicofactor kan zijn voor fecale incontinentie, en adviseert artsen om mensen met klachten standaard op beide aandoeningen te onderzoeken. Dat artsen het initiatief nemen in het gesprek hierover, is volgens Meegdenburg des te belangrijker omdat 48% van de patiënten aangaf zelf nooit eerder over de klachten te hebben gesproken.
In een van de laatste studies in haar proefschrift introduceert Van Meegdenburg een vragenlijst die zij samen met collega’s van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) ontwikkelde: de Groningen Defecatie en Fecale Incontinentie Vragenlijst, een uitgebreide vragenlijst die gebaseerd is op verschillende criteria en vragenlijsten voor fecale incontinentie en obstipatie. Dit blijkt in de praktijk een goed instrument te zijn om problemen met het vasthouden of kwijtraken van ontlasting op te sporen. De vragenlijst geeft ook informatie over mogelijke, onderliggende oorzaken, en kan daardoor bijdragen aan het verbeteren van de diagnostiek en de behandeling.
Maxime van Meegdenburg (1990) studeerde geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij verrichte haar onderzoek binnen de afdeling Chirurgie en onderzoeksschool GUIDE van het UMCG. Van Meegdenburg is nu als arts verbonden aan de afdeling gynaecologie van het Martini Ziekenhuis Groningen. De titel van haar proefschrift is: “New insights into the pathophysiology and evaluation of fecal incontinence”.