Therapeutic drug monitoring: how to improve moxifloxacin exposure in tuberculosis patients
Promotie: | Mw. A.D. (Arianna) Pranger |
Wanneer: | 31 oktober 2018 |
Aanvang: | 11:00 |
Promotors: | prof. dr. J.G.W. (Jos) Kosterink, prof. dr. T.S. (Tjip) van der Werf, prof. dr. D.R.A. Uges |
Copromotor: | dr. J.W.C. (Jan-Willem) Alffenaar |
Waar: | Academiegebouw RUG |
Faculteit: | Medische Wetenschappen / UMCG |
Betere gepersonaliseerde dosering van moxifloxacine bij tuberculose
Het behandelsucces van geneesmiddelresistente tuberculose met moxifloxacine kan verbeterd worden als dosis beter is aangepast op de patiënt. Dat concludeert Arianne Pranger in haar proefschrift. Zij laat zien dat er verschillende factoren zijn die het effect van dit middel beïnvloeden en doet aanbevelingen hoe de juiste dosis bepaald kan worden, ook in landen zonder geavanceerde technologie.
Tuberculose is de meest dodelijke infectieziekte ter wereld. Hoewel er goede geneesmiddelen zijn, vormt resistentie tegen deze middelen een groot struikelblok in de strijd tegen tuberculose. Behandeling van patiënten die geneesmiddelresistente tuberculose hebben is momenteel maar bij vierenvijftig procent van de patiënten succesvol. Als de gebruikelijke geneesmiddelen voor tuberculose niet werken, wordt het antibioticum moxifloxacine voorgeschreven. Dit middel is echter niet geregistreerd voor tuberculose en de dosis die wordt gegeven is de standaarddosis die ook bij andere infecties wordt toegepast.
Pranger concludeert dat patiënten die gelijktijdig rifampicine gebruiken, geïnfecteerd zijn met een minder gevoelige mycobacterie en mannelijke patiënten een groter risico lopen op een te lage blootstelling. Ook de ernst van de ziekte kan een rol spelen. Een verbetering van de blootstelling kan het behandelsucces vergroten. Vervolgens ontwikkelde Pranger methoden en strategieën om dosisadvies te kunnen geven op basis van de hoeveelheid geneesmiddel in bloed en hersenvocht. Voor landen waar geen geavanceerde technologie aanwezig is, ontwikkelde ze een simpele techniek om moxifloxacine te meten in het speeksel. Zo kan de behandeling geoptimaliseerd worden en kan verdere resistentie mogelijk voorkomen worden.
Arianna Pranger (1985) studeerde Farmacie aan de universiteit van Groningen. Haar onderzoek voerde ze uit bij de afdeling Klinische Farmacie en Farmacologie van het UMCG. Zij is nu werkzaam als Ziekenhuisapotheker bij het Leids Universitair Medisch Centrum en Themacoördinator Infectieziekten en Immunologie bij de master Farmacie aan deze universiteit. De titel van haar proefschrift luidt: Therapeutic drug monitoring: how to improve moxifloxacin exposure in tuberculosis patients.