Mortality forecasting in the context of non-linear past mortality trends: an evaluation
Promotie: | Mw. L. Stoeldraijer |
Wanneer: | 07 februari 2019 |
Aanvang: | 16:15 |
Promotors: | prof. dr. F. (Fanny) Janssen, prof. dr. L.J.G. (Leo) van Wissen |
Waar: | Academiegebouw RUG |
Faculteit: | Ruimtelijke Wetenschappen |
Sterfteprognose van het CBS geëvalueerd, gevalideerd en verbeterd
De ontwikkeling van sterftecijfers is voortdurend aan verandering onderhevig. Net als de verklarende factoren, onze kennis daarover en de methodologie van sterfteprognose. Daarom is flexibiliteit geboden bij zowel het maken van de sterfteprognose als het interpreteren van de uitkomsten. Dat concludeert Lenny Stoeldraijer. Zij evalueerde, valideerde en verbeterde de sterfteprognose van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Een nauwkeurige voorspelling van de toekomstige sterfte wordt steeds belangrijker door de algehele toename van de levensverwachting en de maatschappelijke consequenties hiervan. Het model dat Stoeldraijer in haar promotieonderzoek onderzocht, wordt door het CBS gebruikt voor de bevolkingsprognose. Het CBS berekent daar onder meer de prognose van de levensverwachting mee. Dat cijfer wordt weer gebruikt door het Ministerie van Sociale Zaken om de toekomstige AOW-leeftijd mee te bepalen.
Het proefschrift van Stoeldraijer heeft tot doel om de voorspelling van de toekomstige sterfte te evalueren in de context van niet-lineaire sterfteontwikkelingen in het verleden. Daarmee draagt haar onderzoek bij aan het debat over de mate van subjectiviteit in een sterfteprognose. Bij het maken van sterfteprognoses worden verschillende benaderingen en veronderstellingen gebruikt, waarbij aanvullende, veelal subjectieve, informatie wordt meegenomen, om rekening te houden met niet-lineaire sterfteontwikkelingen. Een zorgvuldig onderzoek van historische sterfteontwikkelingen en een zorgvuldige afweging van de voor- en nadelen van de aanvullende informatie is daarom van belang.
De sterfteprognose bij niet-lineaire sterfteontwikkelingen kan worden verbeterd door rekening te houden met het verstorende effect van roken op de sterfteontwikkelingen en gebruik te maken van sterfteontwikkelingen in andere landen. De specifiek in de methodes benoemde keuzes blijken belangrijker dan de keuze van de methode voor de sterfteprognose op zich. De door het CBS gebruikte methoden om de sterfteontwikkelingen uit andere landen mee te nemen in de prognose en om rookgerelateerde sterfte te voorspellen, blijken geschikt. De aansluiting van de prognose op de recente waarnemingen is aangepast.
Het promotieonderzoek van Stoeldraijer maakt deel uit van de onderzoekslijn ‘Population, Mortality and Health’ en het VIDI-project ‘Smoking, alcohol and obesity - ingredients for improved and robust mortality projections’ van Fanny Janssen. Zie ook deze video voor een impressie van het VIDI-onderzoek van Janssen.