Dierproeven aan de RUG
Aan de RUG worden dierproeven uitgevoerd voor onderzoek en onderwijs in situaties waarin er geen geschikte alternatieven voor vervanging zijn. Alle proeven moeten volgens de Wet op de Dierproeven eerst worden afgestemd met de Instantie voor Dierenwelzijn (IvD). Daarna wordt een voorstel voor dierproeven naarr de Centrale Commissie Dierproeven (CCD) gestuurd. De CCD vraagt dan advies hierover aan een Dierexperimentencommissie DEC. De CCD geeft, indien akkoord, een projectvergunning af aan de RUG.
De proeven worden uitgevoerd in laboratoria of in de natuur. Om een optimaal verloop van de proeven te waarborgen beschikken de laboratoria over speciale proefdierfaciliteiten en hebben de betrokken medewerkers een specifieke opleiding gevolgd.
Verder heeft de RUG proefdierdeskundigen in dienst, die onderzoekers kunnen adviseren over de beste opzet van onderzoek met dieren en die toezicht houden op de juiste behandeling van de dieren.