RUG neemt maatregelen na onderzoek financiering NOHA-programma

Naar aanleiding van het onderzoek naar de financiering van het NOHA-programma heeft het College van Bestuur van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) arbeidsrechtelijke maatregelen genomen tegen de betrokken medewerkers. De geconstateerde feiten zijn ernstig. De maatregelen variëren van ontslag voor een medewerker tot een aantal ernstige waarschuwingen.

Op 12 maart 2019 werd bekend dat er twijfels waren omtrent de financiering van het NOHA-programma. Dit is een gezamenlijk internationaal masterprogramma bij de faculteit der Letteren. Het vermoeden bestond dat publiek geld (subsidiegeld en collegegeld van studenten) dat bestemd was voor de RUG niet (rechtstreeks) bij de universiteit terecht is gekomen, maar bij de Stichting NOHA Groningen (SNG). De stichting is buiten medeweten van de universiteit opgericht door drie medewerkers van de Faculteit der Letteren. Het CvB heeft EY Forensic & Integrity Services de opdracht gegeven om onderzoek te doen. Lopende het onderzoek zijn deze medewerkers van (een deel van) hun taken ontheven.

De belangrijkste conclusies op basis van het onderzoek zijn:

• Met de oprichting van de stichting NOHA Groningen in 2014 hebben een aantal medewerkers van de Faculteit der Letteren een vehikel gecreëerd om subsidiegelden/publiek geld buiten de RUG om te organiseren. Daarmee konden zij er buiten de controlemechanismen van de RUG om over beschikken
• Op deze manier kon één van de medewerkers forse bedragen aan onkosten declareren en extra betalingen doen aan zichzelf, andere medewerkers en externen zonder enig toezicht.
• Op briefpapier en met stempels van de RUG zijn contracten aangegaan met externe partners waarbij het bankrekeningnummer van de stichting werd vermeld.
• In totaal gaat het om een bedrag van ongeveer 1,2 miljoen euro dat niet bij de RUG terecht kwam.

Collegevoorzitter prof. dr. Jouke de Vries: "We zijn geschrokken van de ernst van de geconstateerde feiten. Door hun handelen hebben de betrokkenen een groot risico genomen op reputatieschade voor de universiteit. Het vertrouwen van de studenten, de partneruniversiteiten en de Europese Commissie is door het handelen van de betrokkenen bovendien ernstig geschaad. We zien de persoonlijke kant in deze zaak, van mensen die jarenlang uiterst gedreven bezig zijn geweest met het NOHA-programma. Maar we kunnen niet anders concluderen dan dat hierbij fors grenzen zijn overtreden en dat dit niet zonder gevolgen mag blijven voor de betrokken medewerkers. We zullen alles in het werk stellen om het geschonden vertrouwen bij de internationale partners te herstellen. Tot slot, wij realiseren ons dat de RUG vaker te maken heeft met incidenten. We zullen de casuïstiek gebruiken om binnen de universiteit duidelijk te maken dat we dit anders willen. We hebben duidelijke regels voor integriteit, het is van groot belang dat medewerkers zich daar ook naar gedragen."

De universiteit heeft aangifte gedaan van (subsidie)fraude en valsheid in geschrifte. Tegelijk is beslag gelegd op het banktegoed van de stichting. Tenslotte is een civiele procedure gestart tegen de Stichting NOHA Groningen en een van de betrokken medewerkers.

Meer informatie

• Statement van het NOHA Netwerk