‘Verliesgevoelens bepalen stemgedrag’
'Iedereen hier vindt het mooi dat de universiteit terug is in Friesland. We geven onderwijs, doen onderzoek en denken mee over oplossingen voor problemen die hier in Friesland spelen.’ Aan het woord is Caspar van den Berg, hoogleraar Global and Local Governance op de Campus Fryslân van de RUG. Van den Berg kent ‘de regio’ en kan vanuit theorie én praktijk commentaar leveren op politieke ontwikkelingen.
Tekst: Martin Althof, afd. Communicatie RUG
Verliesgevoelens
Van den Berg is de laatste maanden veel in het nieuws, met zijn opmerkelijke resultaten van onderzoek naar het effect van globalisering op burgers en bestuur. Ons gesprek vindt een dag voor de Provinciale Statenverkiezingen plaats. Van den Berg voorspelt alvast een grote verrassing: ‘Er is een grote groep mensen in Nederland die in toenemende mate verliesgevoelens ervaart, verlies van identiteit, cultuur en zeggenschap. Die gevoelens verminderen de bereidheid om compromissen te sluiten. Dat zie je terug in het stemgedrag. Die kiezers keren zich af van de middenpartijen.’ (Noot: aan het eind van dit interview leest u de analyse van de verkiezingsuitslag door Caspar van den Berg.)
Regio en Randstad
Caspar van den Berg groeide op in Giesbeek, in de streek de Liemers, aan de rand van de Achterhoek. Studeerde in Utrecht en werkte in Leiden: ‘Ik heb 18 jaar in de Achterhoek gewoond en ken de leefwereld van het platteland. En kan me verplaatsen in de houding van mensen in de regio richting de Randstad. Ik moet mijn studievrienden uit Utrecht vaak uitleggen hoe men denkt in het rurale gebied.’
Verzuiling en stabiliteit
Voor een beter begrip is een kort college maatschappijgeschiedenis heel nuttig. Van den Berg: ‘In Nederland is van oudsher sprake van een sterke segmentatie. Om toch de stabiliteit te bewaren en vooruit te komen heeft zich geleidelijk een systeem van consensuspolitiek ontwikkeld, waarvan de historische wortels teruggaan tot de Middeleeuwen. De partijen zijn bereid de dialoog met elkaar aan te gaan, wat uiteindelijk leidt tot overeenstemming. Vanaf het einde van de 19e eeuw leefden katholieke, protestantse, socialistische en liberale zuilen naast elkaar. De elites van elke zuil stemden de belangrijkste kwesties onderling af. Elke zuil kreeg z’n rechtmatige deel. Daarbij vormde de zuilenstructuur een mechanisme van emancipatie van de katholieken en de arbeiders, voorheen achtergestelde groepen. Kortom, het systeem van verzuiling zorgde voor stabiliteit en niemand viel buiten de boot.’
15 miljoen mensen
De afbraak van de zuilen startte in de jaren zestig en zeventig. Midden jaren negentig was dat proces wel ongeveer voltooid. Wat kwam ervoor in de plaats? Van den Berg constateert dat dat aanvankelijk wellicht het best omschreven kan worden als: ’We zijn allemaal Nederlanders in een zich in snel tempo globaliserende maatschappij; een combinatie van saamhorigheid en individualistisch optimisme. Wellicht goed geïllustreerd door de bekende Postbank-reclamespot uit 1995 “15 miljoen mensen, op dat hele kleine stukje aarde”.’
Een nieuwe ordening
Vanaf midden jaren negentig komen de baten van de voortgaande globalisering in toenemende mate bij bepaalde groepen terecht. Terugkijkend constateert Van den Berg dat het vooral na de bankencrises steeds duidelijker werd dat er zich in de Nederlandse samenleving een nieuwe ordening ontwikkelde: ‘Met aan de ene kant een groep die profiteert van de doorgaande globalisering, met een hoog opleidingsniveau en inkomen, veel reizend en opererend op een internationale arbeidsmarkt. Daartegenover mensen met een lagere opleiding, een traditioneel en conservatief wereldbeeld, die open grenzen vooral als een bedreiging zien. En daartussen een grote middengroep. In de komende tijd wordt het interessant om te zien wat deze mensen gaan doen, ook wat betreft stemgedrag. Het lijkt er nu op dat deze groep zich voor een groot deel gaat aansluiten bij de laagopgeleide groep.’
Bruisregio’s en krimpregio’s
De economisch geograaf Andrés Rodriguez laat zien dat stemgedrag in de VS, Verenigd Koninkrijk en Duitsland voor een deel is te verklaren uit de toegenomen verschillen in leefwereld die tussen regio’s zijn ontstaan. Rodriguez spreekt van ‘the revenge of the places that don’t matter anymore’. Van den Berg onderscheidt in Nederland bruisregio’s en krimpregio’s. Enerzijds hoger opgeleiden in grootstedelijke regio’s. Anderzijds bewoners van de oude wijken in de steden, middelgrote gemeentes en plattelandregio’s. Van den Berg: ‘We dachten altijd dat de regionale verschillen in Nederland niet zo groot waren. Ik constateer dat die verschillen voor een deel niet zichtbaar waren, vanwege ons systeem van evenredige vertegenwoordiging. Dus geen vertegenwoordigers gebonden aan bepaalde regio’s. Daarnaast blijkt uit statistische data dat er hier wel degelijk flinke regionale variaties zijn in welvaart. Sterker nog, wanneer we de gegevens van 1995 vergelijken met die van 2015 blijkt dat die verschillen flink zijn toegenomen! Wanneer de ongelijkheid te groot wordt, tussen groepen en regio’s, tast dat op den duur de politieke en economische eenheid van een land aan.’
De regio en de landelijke politiek
Van den Berg stelt dat er een probleem is met de herkenbaarheid en vertegenwoordiging van regionale belangen in de nationale politiek. De commissie Remkes concludeerde vorig jaar in haar tussenrapportage dat “de regionale component in het landelijke kiesstelstel beter tot uiting moet komen”. Zijn concrete aanbevelingen gaan Van den Berg niet ver genoeg: ‘Het huidige kiesstelsel kent geen enkele vorm van regionale vertegenwoordiging. Nu er veel discussie is over de meerwaarde van de Eerste kamer, is het een goed idee om te kijken of er bij de samenstelling van de Eerste Kamer ook een regionale component ingevoerd zou kunnen worden.’
Groningen
Mensen in het aardbevingsgebied in Groningen voelen zich in de steek gelaten door de politiek. Het zijn vaak schrijnende verhalen. Van den Berg: ‘Groningen is ver weg. Ver weg van het centrum van de macht, de journalistiek en het grote bedrijfsleven. Wanneer het gaswinningsgebied in West-Nederland had gelegen was er ongetwijfeld heel anders gereageerd. Laat ik het anders zeggen: wanneer door de klimaatveranderingen de zeespiegel gaat stijgen, zal Nederland zich als geheel inzetten om de dijken in het bedreigde West-Nederland te verhogen. Zou het door de zee bedreigde deel in het oosten of het zuiden hebben gelegen, dan is de kans groter dat er een frame ontstaat van een “natuurlijk proces van het teruggeven van het land aan de zee”.’
Onderstaand de analyse van de verkiezingsuitslag van 20 maart van Caspar van den Berg
‘Voor veel mensen is de opkomst van Forum voor Democratie als grootste partij een verrassing, terwijl je dit op basis van de peilingen heel duidelijk aan zag komen. Bovendien wordt het predicaat “de grootste partij” steeds minder betekenisvol omdat er nu een groot aantal partijen is van ongeveer dezelfde omvang, en er toevallig één moet zijn die met een klein percentage boven de anderen uitsteekt. Het belangrijkste machtsaspect van de grootste zijn is dus niet langer dat je aanzienlijk meer zetels hebt dan de anderen, maar wel dat je het voortouw mag nemen bij het vormen van een coalitie.
Deze verkiezingen hebben laten zien dat het rechtspopulisme dat al groot was in het Westen en Zuiden van Nederland, nu ook veel aanhang heeft gekregen in het Oosten en Noorden. Bij de opkomst van Forum is daarnaast interessant dat hun boodschap zowél in bruis- als in krimpregio’s is aangeslagen. Tot nu lukte het alleen de VVD om zowel in de steden als op het platteland groot te zijn, maar Forum heeft nu bewezen dat ook te kunnen. Een week voor de verkiezingen kwam het agrarisch platform Nieuwe Oogst met een peiling waaruit bleek dat Forum op het platteland veel steun kreeg ten koste van de traditionele boerenpartijen CDA, VVD en SGP. Uit de verkiezingsuitslag kunnen we niet afleiden of mensen in Zuid-Holland en in Drenthe dezelfde beweegredenen hebben gehad om op Forum voor Democratie te stemmen, maar het resultaat is wel hetzelfde.
Ik heb me erover verbaasd hoeveel mensen in de provincie Groningen op Forum hebben gestemd, terwijl deze partij niks ziet in het stoppen met gasboringen.’
Laatst gewijzigd: | 19 maart 2020 15:49 |
Meer nieuws
-
10 juni 2024
Om een wolkenkrabber heen zwermen
In Makers van de RUG belichten we elke twee weken een onderzoeker die iets concreets heeft ontwikkeld: van zelfgemaakte meetapparatuur voor wetenschappelijk onderzoek tot kleine of grote producten die ons dagelijks leven kunnen veranderen. Zo...
-
27 mei 2024
Symposium 'From Tensions to Opportunities'
Op 20 juni 2024 vindt een symposium plaats rondom de vraag 'Hoe kunnen we effectief en zinvol werken met internationalisering en diversiteit in opleidingen en studierichtingen?'. Het symposium bouwt voort op het proefschrift van Franka van den...