Vervuiling leidt tot risico's voor Arctische ganzen
Vervuiling van lucht, water en bodem kan verstrekkende gevolgen hebben voor dieren in poolgebieden. Een internationaal team onder leiding van Isabella Scheiber, Maarten Loonen en Jan Komdeur van de Rijksuniversiteit Groningen, met collega's van de universiteiten van Leipzig, Wenen, Wageningen en het RUG Arctisch centrum, heeft aangetoond dat zware metalen in de bodem van Spitsbergen de fysiologische processen van jonge brandganzen (Branta leucopsis) aantasten en leiden tot stressgedrag. Hun bevindingen zijn gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift 'Proceedings of the Royal Society B'.
Vlakbij Ny-Ålesund op Spitsbergen implodeerde meer dan 50 jaar geleden een kolenmijn. Het dorp werd gesaneerd, maar niet het gebied rond de verlaten mijn, dat door een populatie brandganzen wordt gebruikt als graasgebied. Uit eerder onderzoek door een team onder leiding van dr. Maarten Loonen blijkt dat rondom de verlaten mijn nog steeds hoge niveaus van zware metalen (sporenelementen) aanwezig zijn. Deze kunnen zich door het grazen ophopen in een ganzenlichaam. Het is bekend dat vervuiling het gedrag van dieren kan beïnvloeden. In stressvolle situaties, zoals ontmoetingen met een roofdier, kan het juiste gedrag net het verschil maken tussen leven en dood. Maar wat is het effect van zware metalen op de fysiologie en het gedrag van jonge brandganzen in acute stresssituaties?
Stresshormonen
Het onderzoeksteam bepaalde de hoeveelheid van een stresshormoon in de uitwerpselen en observeerde de reacties op een stresstest bij niet-verontreinigde jonge ganzen, die in de eerste dagen van hun leven in en rond de vervuilde mijn of juist in schone gebieden graasden. De stresstest bestond uit het kortdurend isoleren van de jongen van hun familie, of uit het beperken van hun bewegingsvrijheid. Jonge ganzen die bij de verontreinigde mijn graasden, waren rustelozer en hadden hogere waarden van het stresshormoon in hun bloed dan hun broers en zussen die in de schone gebieden hadden gegraasd.
Voortbestaan
Dit onderzoek toont aan dat vervuiling uit het verleden nog lange tijd aanwezig is, en de dierlijke stressreactie in belangrijke mate kan veranderen. Prof. dr. Jan Komdeur: “Dit vinden we verbazingwekkend, omdat de jonge ganzen slechts heel kort, maar wel gedurende een kritieke ontwikkelingsfase, aan de vervuiling werden blootgesteld. Het valt nog te bezien welk effect deze vroege blootstelling aan sporenelementen heeft op de lange termijn, zoals op het voortplantingssucces en de overleving van brandganzen. In fragiele ecosystemen zoals de poolgebieden kan dit effect mogelijk cruciaal voor de soort zijn.”
Meer informatie
- Publicatie: Scheiber, I.B.R., Weiß, B.M., de Jong, M.E., Braun, A., van den Brink, N.W., Loonen, M.J.J.E., Millesis, E. & Komdeur, J. - Stress behaviour and physiology of developing Arctic barnacle goslings (Branta leucopsis) is affected by legacy trace contaminants . Proceedings of the Royal Society of London. Series B, Biological Sciences, 285: 20181866.
Laatst gewijzigd: | 25 februari 2022 08:29 |
Meer nieuws
-
20 december 2024
NWO M1-subsidie voor drie FSE-onderzoekers
Dr. Antonija Grubišić-Čabo, dr. Robbert Havekes en prof. dr. ir. Jan Komdeur ontvangen een NWO M1-subsidie.
-
19 december 2024
NWO ENW-XL-miljoenenbeurzen voor onderzoeksprojecten RUG
Vier onderzoekers van de Faculty of Science and Engineering (RUG) ontvangen NWO beurzen van 3 miljoen euro voor hun onderzoeksprojecten.
-
19 december 2024
Jacquelien Scherpen geëerd met Hendrik W. Bode Lecture Prize 2025
Vanwege haar verdiensten voor de wetenschappelijke ontwikkelingen van regelsystemen en -techniek heeft Rector Magnificus Jacquelien Scherpen de 2025 Hendrik W. Bode Lecture prijs ontvangen van de IEEE Control Systems Society (CSS).