New insights in atrial remodeling
Promotie: | Mw. A.R. (Anne-Margreet) de Jong |
Wanneer: | 13 januari 2014 |
Aanvang: | 12:45 |
Promotors: | prof. dr. I.C. (Isabelle) van Gelder, prof. dr. |
Copromotor: | dr. A.H. (Alexander) Maass |
Waar: | Academiegebouw RUG |
Faculteit: | Medische Wetenschappen / UMCG |
Boezemfibrilleren, de meest voorkomende hartritmestoornis, leidt
onder andere tot structurele veranderingen in het hart. Deze
structurele veranderingen kunnen ook veroorzaakt worden door
onderliggende hartziekten, die de kans op het ontstaan van
boezemfibrilleren weer kunnen vergroten. In haar promotieonderzoek
onderzocht Anne-Margreet de Jong deze structurele veranderingen in
een cel- en een diermodel. De resultaten geven meer inzicht in de
processen voorafgaand aan het optreden van deze
hartritmestoornis.
De Jong stelt voorop dat boezemfibrilleren een complexe ziekte is,
die vaak gepaard gaat met onderliggende hartziekten. Dat maakt het
lastig om de oorzaak van de ziekte te vinden. Wel is bekend dat
door de onregelmatige hartslag de hartboezems (compartimenten in
het hart) veranderen. Structurele veranderingen zijn bijvoorbeeld
dat de hartboezems groter worden, net als de hartspiercellen zelf,
en dat sommige hartcellen afsterven. De promovenda onderzocht deze
veranderingen in cel- en diermodel (proefdieronderzoek).
De promovenda en haar collega’s ontwikkelden een celmodel
waarin ze de veranderingen veroorzaakt door onderliggende
hartziekten in de hartboezems kunnen nabootsen. Ze ontdekten onder
andere welke genen betrokken zijn bij de stress-respons en welke
veranderingen in de cellen optreden. Dit celmodel kan bijvoorbeeld
gebruikt worden om de effectiviteit van nieuwe geneesmiddelen te
onderzoeken.
Anne-Margreet de Jong (Opsterland, 1984) studeerde Medisch
Farmaceutische Wetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Zij verrichtte haar promotieonderzoek in het Universitair Medisch
Centrum Groningen bij de afdeling Experimentele Cardiologie. Het
onderzoek werd gefinancierd door het Interuniversity Cardiology
Institute Netherlands (ICIN) en deels door het Center for
Translational Molecular Medicine (CTMM).