Promotie mw. S. van der Steen: “How does it work?” A longitudinal microgenetic study on the development of young children’s understanding of scientific concepts
Wanneer: | do 08-05-2014 om 11:00 |
Waar: | Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen |
Promotie: mw. S. van der Steen
Proefschrift: “How does it work?” A longitudinal microgenetic study on the development of young children’s understanding of scientific concepts
Promotor(s): prof.dr. P.L.C. van Geert
Faculteit: Gedrags- en Maatschappijwetenschappen
Begrip van jonge kinderen gemeten bij praktische wetenschappelijke taken over luchtdruk en zwaartekracht
Steffie van der Steen deed onderzoek bij kinderen tussen 3 en 5 jaar die praktische wetenschappelijke taken uitvoerden over luchtdruk en zwaartekracht in een zo natuurlijk mogelijke leersituatie. In verschillende situaties en op verschillende tijden werd hun begrip gemeten. Zij deed dit onderzoek ook bij kinderen met gedragsproblemen uit het speciaal onderwijs om te kijken of zij hun begrip op een andere wijze ontwikkelen. Eerder onderzoek liet zien dat zij vaak slechter presteren dan hun leeftijdsgenootjes uit het regulier onderwijs. Van der Steen zag echter nauwelijks verschillen wat betreft de ontwikkeling van begrip tijdens de taken. Dit is interessant, zeker omdat zij wel een verschil vond in hun scores op reken- en taaltoetsen uit het leerlingvolgsysteem. Van der Steen concludeert dat speciaal onderwijs-kinderen meer kunnen dan wij denken als de juiste omstandigheden voor hen worden gecreëerd.
Wat zie je als je 32 jonge kinderen tussen 3 en 5 jaar met een onderzoeker aan praktische wetenschappelijke taken over luchtdruk en zwaartekracht laat werken? Van der Steen deed onderzoek met de kinderen in een zo natuurlijk mogelijke leersituatie: het kind mocht de taak ontdekken terwijl een onderzoeker vragen stelde. Doorvragen en ondersteuning was toegestaan. Het begrip van elk kind (in verbale uitingen) werd continue geregistreerd gedurende vijf bezoeken in anderhalf jaar.
Het kind blijkt tijdens de eerste taak vooral de schommelingen in het complexiteitsniveau van de vragen te volgen. Over het verloop van een aantal taken neemt het kind steeds meer initiatief en past de onderzoeker de complexiteit van de (door)vragen aan. Rond dezelfde tijd stijgt ook het complexiteitsniveau van de uitingen van het kind.
Hoe kunnen we de ontwikkeling van het begrip van zwaartekracht en luchtdruk over anderhalf jaar karakteriseren? We vinden 3 trajecten: een groep kinderen die goed presteert, een variabele groep en een groep met weinig vooruitgang. De trajecten zijn, opmerkelijk genoeg, niet geassocieerd met scores op taal- en rekentoetsen, het type school (regulier of speciaal) of het opleidingsniveau van de ouders. Variabelen die wel geassocieerd zijn met de ontwikkeling over tijd, zijn gerelateerd aan de interactie tussen kind en onderzoeker en de interacties tussen de kinderen en hun opvoeders in de thuissituatie.
Steffie van der Steen deed haar onderzoek bij de afdeling Ontwikkelingspsychologie van de RUG. Het werd gefinancierd door het programma TalentenKracht van Platform Bètatechniek. Zij is universitair docent aan de Open Universiteit en docent aan de RUG.