Promotie mw. L.I. Geven: Clinical observations on tinnitus
Wanneer: | wo 16-04-2014 om 14:30 |
Waar: | Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen |
Promotie: mw. L.I. Geven
Proefschrift: Clinical observations on tinnitus
Promotor(s): prof.dr. P. van Dijk, prof.dr. B.F.A.M. van der Laan
Faculteit: Medische Wetenschappen
Links-rechts verschillen toch geen oorzaak van tinnitus
De activiteit van de hersenschors betrokken bij horen is links anders dan rechts. Leontien Geven toont in haar promotieonderzoek aan dat dit ook voor gezonde personen geldt en dus niet, zoals eerder gedacht, een kenmerk is van tinnitus, oftewel oorsuizen. Daarmee is de oorzaak van deze aandoening nog altijd onbekend.
Iemand met tinnitus hoort geluiden die een ander niet hoort. Er lijkt geen fysieke bron voor dit geluid te zijn. Zo’n 20% van de mensen heeft wel eens tijdelijk tinnitus gehad, maar 1-3 % van de bevolking heeft hier zoveel last van dat medische hulp noodzakelijk is. Genezing is onmogelijk, verlichting van de klachten soms wel. In de meeste gevallen is de oorzaak van de klachten onduidelijk. Lange tijd dacht men dat tinnitus veroorzaakt werd door de haartjes in het gehoorzintuig. Tegenwoordig zoeken onderzoekers de oorzaak in de hersenen.
Onderzoek naar tinnitus richt zich meestal op de zenuwen die prikkels vanaf het oor naar de hersenen doorgeven. Geven concentreerde zich juist op de zenuwbanen die van die hersengebieden naar het oor lopen en een rol spelen in de regulatie en feedback van de zenuwactiviteit in het oor. Zij stelde allereerst vast dat het eerder gevonden verschil in activiteit van deze zenuwen tussen de linker en rechter hersenschors bij tinnituspatiënten ook in gezonde personen voorkomt. Daarnaast vond Geven, in tegenstelling tot wat ze verwachtte, ook in andere hersengebieden geen verschillen tussen tinnituspatiënten en gezonde proefpersonen.
Leontien Geven (1982) studeerde Geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij verrichtte haar promotieonderzoek bij de afdeling Behavioural and Cognitive Neuroscience (BCN) van het Universitair Medisch Centrum Groningen als onderdeel van het afdelingsonderzoeksprogramma Healthy Ageing and Communication. Het onderzoek werd gefinancierd door het Heinsius Houbolt fonds. Zij blijft na haar promotie werken als fellow KNO-heelkunde in het UMCG.