Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Nieuws

Promotie K.H. Huynh: Imaging neurophysiology of human sexuality using positron emission tomography

Wanneer:ma 27-01-2014 17:00 - 18:00
Waar:Aula

Wanneer vrouwen naar hoog erotische films kijken, zorgt dat voor een deactivering van de primaire visuele cortex. Zij zien daardoor letterlijk minder, doordat de hersenen minder goed werken. Dat is één van de uitkomsten van het promotieonderzoek van Hieu Kim Huynh, dat hij uitvoerde samen met zijn UMCG-collega’s. Met behulp van PET-scans gingen zij na wat er precies gebeurt in de hersenen wanneer mensen kijken naar en/of denken aan seks. Aan het onderzoek deden twaalf vrouwen en elf mannen mee. Tijdens het kijken naar films met een neutraal of een laag erotisch karakter gebeurde er niets, maar bij het bekijken van vrouwvriendelijke porno trad bij de vrouwen een deactivering op de primaire visuele cortex en van de aangrenzende delen van de secundaire visuele cortex. Dit kan volgens de promovendus een fysiologisch effect zijn van seksuele opwinding (doordat er meer bloed gaat naar hersengebieden betrokken bij seksuele opwinding, gaat er minder naar de primaire visuele cortex). Een alternatieve verklaring vormt volgens hem de mogelijkheid dat de context zo evident is, dat een uitgebreide verwerking van het beeld niet noodzakelijk is. Een andere opvallende uitkomst van het onderzoek is dat er bij vrouwen meer bloed door de hypofyse bleek te stromen tijdens een orgasme. Bij mannen was dit niet het geval. De hypofyse reguleert de productie en afgifte van hormonen. Bij vrouwen zorgen deze hormonen voor samentrekkingen in de baarmoeder en de vagina en een beter transport van sperma naar eicel. Een verklaring voor het verschil zou kunnen zijn dat het mannelijk orgasme een veel kleinere toename geeft van de hormonen oxytocine en prolactine dan het orgasme bij vrouwen. Hieu Kim Huynh (Vietnam, 1982) studeerde Geneeskunde en Farmacie aan de universiteit van Ho Chi Minh-stad (Vietnam). Hij verrichtte zijn promotieonderzoek bij de afdelingen Nucleaire Geneeskunde en Moleculaire Beeldvorming, Uroneurologie, en Obstetrie & Gynaecologie van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Die eerste twee afdelingen financierden het onderzoek, samen met UMCG-onderzoeksschool Behavioural and Cognitive Neuroscience (BCN).

View this page in: English