Promotie mw. V.J. Goosens: Bacillus systems exporting folded proteins and folding exported proteins
Wanneer: | wo 27-11-2013 om 16:15 |
Waar: | Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen |
Promotie: mw. V.J. Goosens
Proefschrift: Bacillus systems exporting folded proteins and folding exported proteins
Promotor(s): prof.dr. J.M. van Dijl
Faculteit: Medische Wetenschappen
Belangrijk eiwit ontdekt voor eiwittranslocatie
Het eiwit QcrA wordt, voor vervoer over het celmembraan, in gevouwen vorm (met toegevoegde cofactoren) getransporteerd. Dat concludeert Vivianne Goosens in haar promotieonderzoek. Zij onderzocht twee manieren van eiwittranslocatie: één waarbij de eiwitten gevouwen getransporteerd worden, en één waarbij ze na het transport gevouwen worden.
Goosens stelt voorop dat het transport van eiwitten over de celmembranen van groot belang is voor het functioneren van cellen. Cellen moeten afvalstoffen kwijt, hebben voeding nodig, en willen graag weten hoe hun omgeving verandert zodat ze daar op kunnen reageren. Eiwitten bestaan uit ketens van aminozuren, die op de juiste manier gevouwen moeten worden voor of na het transport. Goosens bestudeerde twee translocatiesystemen in modelorganisme B. subtilis: het Twin-arginine-translocatiesysteem (Tat) waarbij de eiwitten gevouwen getransporteerd worden, en het Thiol-disulphide-oxidoreductase (TDOR) systeem waarbij ze na transport gevouwen worden.
Bij het eerste translocatiesysteem blijkt eiwit QcrA betrokken zijn. Ook ontdekte Goosens dat in het Tat-systeem niet alleen de eiwitten TatA en TatC een rol spelen, maar dat ook een derde eiwit (TatAc) bijdraagt aan het transport. De bevindingen dragen bij aan een beter inzicht in de cellulaire processen van eiwitranslocatie en eiwitvouwing via de Tat- en TDOR-route.
Vivianne Goosens (Sydney, Australië, 1983) studeerde Molecular Medicine and Medical Biochemistry aan de Universiteit van Witwatersrand (Johannesburg, Zuid-Afrika). Zij verrichtte haar promotieonderzoek bij de afdeling Medische Microbiologie, sectie Moleculaire Bacteriologie, van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Het onderzoek viel binnen het raamwerk van TranSys, een door de EU gefinancierd Marie Curie consortium, en het UMCG.