Promotie mw. M.J. Noordzij: Skin autofluorescence and atherosclerosis
Wanneer: | wo 30-10-2013 om 14:30 |
Promotie: mw. M.J. Noordzij, 14.30 uur, Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen
Proefschrift: Skin autofluorescence and atherosclerosis
Promotor(s): prof.dr. R.O.B. Gans, prof.dr. A.J. Smit
Faculteit: Medische Wetenschappen
Geavanceerde lichttechniek kan ernst aderverkalking beter inschatten
Een meting waarin gebruik wordt gemaakt van autofluorescentie van de huid (SAF) geeft een goede risico-inschatting van toekomstige hart- en vaatziekten en sterfte. Dat stelt Marjon Noordzij in haar promotieonderzoek. De meting, die volgens haar gemakkelijk en snel uit te voeren is, kan helpen inschatten welke patiënten de grootste risico’s lopen.
Dat bepaalde schadelijke stoffen (advanced glycation endproducts, AGE) zich in ons lichaam opstapelen naarmate we ouder worden, en dat dit bij sommige ziektebeelden versneld gebeurt, was al bekend. Dat gebeurt bijvoorbeeld bij diabetes, nierfalen en andere systeemziekten. De mate van AGE-stapeling kan geschat worden met de SAF-lichttechniek. Daarbij wordt de onderarm belicht met UVA-stralen. AGE-deeltjes stralen in dat licht een andere, herkenbare lichtfrequentie uit. Het onderzoek van Noordzij heeft twee belangrijke conclusies.
In de eerste plaats concludeert ze dat de SAF-meting door storende factoren, zoals huidcrèmes, beïnvloed kan worden, waardoor de meting minder betrouwbaar is. Die factoren moeten volgens haar vermeden worden. In de tweede plaats stelt de promovenda vast dat er een correlatie bestaat tussen AGE-stapeling en aderverkalking. Patiënten met vaatproblemen, zoals vernauwde halsslagaders en vernauwde beenvaten, bleken ook een hoge SAF-score te laten zien. De meting blijkt zo, onafhankelijk van klassieke risicofactoren, zoals een hoge bloeddruk of hoog cholesterol, roken, overgewicht, een nauwkeurige voorspeller voor het cardiovasculaire risico van patiënten.
Marjon Noordzij (Ermelo, 1977) studeerde geneeskunde aan de Universiteit Utrecht. Zij verrichtte haar promotieonderzoek bij de afdeling Interne Geneeskunde van het Universitair Medisch Centrum Groningen, tijdens haar opleiding tot internist en daarna naast haar baan als internist in ziekenhuis Tjongerschans in Heerenveen.